- Versie
- Downloaden 29
- Bestandsgrootte 193.17 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 27 juli 2019
- Laatst geüpdatet 13 februari 2021
Homiletische hulplijnen 63
Dinsdag
Vorig jaar verscheen de Nederlandse vertaling van het Homiletisch Directorium van de Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten. Deze publicatie gaf aanleiding tot besprekingen, waarvan ik de bijdrage van Ernest Henau in Tijdschrift voor Liturgie 100,3 (juni 2016) 156-166 in het bijzonder waardeer.
Na het Homiletisch Directorium te hebben ontvouwd, constateert Henau twee lacunes:
- Het document schenkt geen enkele aandacht aan de vorming van de homileet. De plaats van het vak homiletiek in de theologische opleidingen is ‘omgekeerd evenredig met het belang van de prediking in de taakomschrijving van de ambtsdrager.’
- Het document gaat voorbij aan de resultaten van de ‘empirische wending’ in de praktische theologie. Met andere woorden: de vruchten van sociaal-wetenschappelijk onderzoek zijn hier niet geoogst.
Vervolgens – en dat is de charme van het artikel – geeft Henau inzicht in zijn eigen homiletische praktijk. Het Homiletisch Directorium doet de aanbeveling: ‘enkele dagen van tevoren te beginnen met de voorbereiding van de preek voor de zondag’, geadstrueerd met: ‘Samen met studie en gebed zal de aandacht voor wat er gebeurt in de parochie, alsook in de samenleving in ruimere zin, wegen van reflectie aan de hand doen over wat het woord van God op dat ogenblik die gemeenschap heeft te zeggen’ (nr. 33).
Henau opent zijn agenda, het is een weekagenda die voor het overgrote deel al is ingevuld, en plant de route die hij zal gaan van tekst naar preek. Het stelt voorop ‘dat de preekvoorbereiding zich niet mag laten bepalen door de drukke agenda van de doorsnee zielzorger. Over de tijd die men uittrekt voor de preekvoorbereiding beslist alleen de opdracht van de homileet, zijnde: het ontsluiten van de aangereikte liturgische teksten.’ De drukke agenda wikt, de opdracht van de homileet beschikt. Let wel: Henau ruimt niet per se meer tijd in, maar stelt prioriteit: ingeplande tijd.
Hoe is zijn weekagenda ingevuld?
Maandag: De teksten van komende zondag lezen
Henau heeft aan Dietrich Bonhoeffer opgedaan (Finkenwalder Homiletik) dat hij de teksten biddend benadert door ze zich woord voor woord eigen te maken. De traditie noemt dat ruminare (herkauwen). Ook het Homiletisch Directorium wijdt vele paragrafen (nr. 26-36) aan deze biddende voorbereiding (lectio divina). Henau: ‘Het bidden is geen metafysisch surrogaat voor de hermeneutische vraag, maar de meest radicale toespitsing ervan.’
Dinsdag: Exegese
Deze ambachtelijkheid – Henau spreekt van ‘vakkundige analyse’ en van ‘exegetische bijdragen in vaktijdschriften (zoals Tijdschrift voor Verkondiging)’ – moet uitmonden in een idee, een vondst, een kernzin, die de komende dagen als een kristallisatiepunt zal dienen waaromheen allerlei van wat men meemaakt zich ordent. Vanaf nu doet de vorm er ook toe. Henau stelt zich de vraag: ‘Welke beelden, welke voorbeelden, metaforen, vergelijkingen, spitse formuleringen, woordspelingen, zijn geschikt om de preek te verdiepen en de toehoorders het luisteren te vergemakkelijken?’
Woensdag en donderdag: Creatieve pauze
Dat kristallisatiepunt moet nu zijn werk doen. Het heeft een associatief vermogen dat zich onder tijdsdruk maar moeilijk laat aanspreken, maar dat in deze tussentijd creatief wordt: tv-uitzendingen en krantenberichten beklijven, verhalend materiaal dient zich aan.
Vrijdag: Uitwerken
Henau aarzelt bij het volledig uitschrijven van de preek, dat de levendigheid van de voordracht in de weg kan staan. Maar dat betekent niet dat concessies worden gedaan aan de structuur. Wie zijn hoorders serieus neemt, dwingt zichzelf tot een klare opbouw, een natuurlijke volgorde. ‘Helderheid en doelmatigheid geven de homilie haar karakteristieke kracht.’
‘De Geest, die de Evangelies heeft geïnspireerd en die werkzaam is in het Volk van God, geeft ook in hoe men moet luisteren naar het geloof van het volk en hoe men moet preken in iedere Eucharistie. De christelijke preek vindt daarom in het hart van de cultuur van een volk een bron van levend water, hetzij om te weten wat zij moet zeggen, hetzij om de juiste manier te vinden om het te zeggen.’
Paus Franciscus in Evangelii gaudium (139)
Literatuur
Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, Homiletisch Directorium, Liturgische Documentatie 12, Breda 2015
Ernest Henau, ‘Homiletisch Directorium’ in: Tijdschrift voor Liturgie 100,3 (juni 2016) 156-166
drs. Klaas Touwen