- Versie
- Downloaden 24
- Bestandsgrootte 279.87 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 26 juli 2019
- Laatst geüpdatet 8 december 2020
Homiletische hulplijnen 33
Zusters en broeders
De blonde presentatrice van de televisieshow spreekt haar publiek aan als ‘Lieve mensen’ en creëert daarmee een suggestie van intimiteit: wij horen bij elkaar, wat hebben wij het goed, samen! Is dat ook in de preek navolgenswaardig?
Willem Barnard bundelde een jaargang preken onder de titel Lieve gemeente. Als regelmatige kerkganger wordt ik dikwijls gerekend tot: ‘Beste mensen’, ‘Beminde gelovigen’, ‘Gemeente van Jezus Christus’, soms met daarbij een apostolische groet: ‘Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.’
Het is niet enkel nabijheid wat wij vieren. In de preek horen wij dat wij gekend zijn, maar er worden tegelijkertijd perspectieven geopend die ons van nature vreemd voorkomen. De preek geeft ons het oude woord opnieuw te verstaan. Dat kan alleen krachtens andere waarden dan die van de vertrouwde innigheid, waarden die daar zelfs haaks op staan: distantie, zakelijkheid, concentratie, een gezamenlijke gerichtheid.
Dat wij hier als parochie samenzijn is niet op basis van onderlinge vriendschap. Wij hebben elkaar niet gevonden als mensen van eenzelfde leeftijdcohort of gelijke sociale klasse of kaste. Wij zíjn nog niet wat wij zijn. Wij wórden wat wij zijn door toedoen van Christus. Woord en Sacrament stichten gemeenschap. Niet willekeurig welke gemeenschap, maar een gelóófsgemeenschap.
Om die reden is ‘Lieve mensen’ of ‘Beste mensen’ in de gemeente van Christus niet de meest geëigende aanspreekvorm. Wie daarop inzet, benadrukt een voorgegeven sociaal verband: het burgerlijke ‘ons soort mensen’. De preek daarentegen proclameert de verhoudingen van het koninkrijk van God en spreekt ons dus aan als ‘Zusters en broeders’ (paulinisch) of ‘Geliefden’ (johanneïsch). Dat je ‘geliefd’ bent (door wie, door Wie?) is toch echt iets anders dan dat je ‘lief’ bent.
Wie dat niet zeggen kan omdat die ‘zusters en broeders’ een spruitjeslucht met zich meebrengen, zoekt naar bewoordingen die hetzelfde willen zeggen: dat wij een gelóófsgemeenschap vormen. Vandaar de ‘Beminde gelovigen’ of die ‘Lieve gemeente’ van Willem Barnard. Maar waarom niet zeggen waar het op staat: ‘Zusters en broeders van Jezus Christus’!
Andries Govaart en Willem Marie Speelman pleiten in hun mooie boekje Voorgaan met lijf en leden, Gooi en Sticht 2006 tegen deze aanspreekvormen überhaupt: ‘De overweging is een onderdeel van de dienst in zijn geheel. De gemeenschap gaat door met haar viering, die al begon vóór de overweging en ook na de overweging aan de gang blijft. En omdat de viering al aan de gang is, mag je als voorganger met de deur in huis vallen, beginnen met een verrassende zin.’ Zij willen daarmee voorkomen dat de preek te theatraal wordt of een geïsoleerde gebeurtenis.
De preek is echter als aanspraak en woord van hart tot hart als door een vriend gesproken, een totaal andere taaluiting dan al het verdere in de liturgie. Die andere taal vraagt om een eigen markering.
Veel hangt echter ook af van de liturgische ruimte. Is die klein, dan is een begin met een verrassende zin zeker een goede optie. En is het aantal samengekomen parochianen gering, dan kan de aanspreekvorm ‘Lieve mensen’ desastreus zijn: uit die knusheid zal de preek zich nooit meer ontworstelen. Een groot, monumentaal kerkgebouw waarin de geloofsgemeenschap in groten getale is samengekomen, en waar gepreekt wordt niet vanachter de lezenaar maar vanaf de kansel, biedt echter heel andere mogelijkheden en vraagt daar ook om. In de gemeente die ik dien en ken, begin ik al jaren toch maar met Willem Barnards ‘Lieve Gemeente ...’
Klaas Touwen
LOGO
Ontleend aan ‘de mystieke molen’, sculptuur basiliek Sainte-Marie-Madeleine,
Vézelay, die de samenhang verzinnebeeldt tussen Oude en Nieuwe Testament.
Mozes werpt tarwe in de molen, Paulus vangt het meel op.