- Versie
- Downloaden 23
- Bestandsgrootte 278.05 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 25 juli 2019
- Laatst geüpdatet 15 december 2020
Homiletische hulplijnen 29
Hoop
Veel preken beloven aan het eind meer dan ze kunnen waarmaken. Ongerustheid wordt weggewuifd. Ongeloof moet bezworen. Ten besluite belooft de predikant dat het toch wel goed komt. Daarmee wordt echter de christelijke hoop verward met naïviteit. ‘Wat zou de wereld er anders uit zien als...’ Dat ‘zou’ zet het geschilderde toekomstvisioen meteen al op afstand: een irrealis. En met het ‘als’ komt een conditionele aap uit de mouw: ‘als alle mensen...’
Maar een universaliseerbaarheidswens biedt geen hoop. ‘Alle mensen’ doen dat toch niet. Althans sommigen misschien ooit wel eens, maar niet allemaal tegelijkertijd.
Preken die te mooi eindigen worden niet serieus genomen. Of ze versterken een wonderlijke gespletenheid tussen ideaal en werkelijkheid, die er altijd toe leidt dat wat niet klopt onder het tapijt wordt geveegd. Er niet mag zijn. Maar zo gemakkelijk laat de werkelijkheid zich niet wegpoetsen. Die gaat dus ondergronds en is niet meer aanspreekbaar.
Daarom ook is de metafoor van de droom zo misleidend. ‘Dat zal een droom zijn’? Nee, visioenen zijn geen dromen. Visioenen zijn vergezichten. Profeten verwijzen ons niet naar een droomwereld, maar sturen ons aan op de toekomst. De metafoor van de droom daarentegen sust je in slaap of dompelt je in het sluimerbestaan, waaruit het evangelie je juist met kracht wakker schudt: ‘Wees waakzaam!’
De vele droomliederen, vooral in vieringen met kinderen, zouden ons moeten alarmeren. Met Willem Barnard is het goed er tegenin te zingen: ‘Maar wie zich door de hemel laat helpen uit de droom...’ (Liedboek voor de Kerken, gezang 252: 4).
Wij hopen niet op grond van waarschijnlijkheidsberekeningen of garanties. Hoop baseert zich niet op wat in de lijn der verwachting ligt. Hoop laat zich niet van de wijs brengen door tegenvallende prognoses. Des te meer reden om te hopen! De hoop is een drive.
Verwachting komt al dan niet uit. Hoop wordt vervuld. Verwachting heeft zich gefixeerd op een object. Hoop is de levenshouding waarmee een mens tot zijn bestemming komt en ook al heeft die bestemming zich inmiddels duizend keer verlegd, dan nog is de hoop niet tevergeefs geweest.
De hoop is vergelijkbaar met het geloof in de Almacht Gods. Dat is niet een geloof in een God die zijn spierballen laat rollen. Hij is niet de favoriet als de bel gaat voor de laatste ronde. Het staat niet vast of hij het haalt. Maar het credo: ‘Ik geloof in God, de Almachtige Vader,’ heeft zijn hart verpand aan déze gekwalificeerde macht. En laat zich dus niet bepalen door wellicht meer succesvolle machten die zich breed maken en hun spieren oppompen. Zelfs al nemen zij de overhand, dan nog geloof ik in de Almacht Gods, want er is voor mij geen ander.
Zo weet de hoop wat de moeite waard is. Een hoopvol einde van de preek hoeft ons geen gouden bergen te beloven en gaat niet met een grote boog om de moeite heen. Nee, die gouden bergen zijn slechts dromen, ondertussen zijn de moeiten de werkelijkheid. Wat wel hoopvol is? Te vragen: hoe weet de hoop dat zo zeker – dat van de moeite waard?
Daarmee eindigt de preek dus niet in de opgave: de imperatief van de droom die wij najagen, maar in de gave: de indicatief van wat ons te geloven is gegeven.
Klaas Touwen
LOGO
Ontleend aan ‘de mystieke molen’, sculptuur basiliek Sainte-Marie-Madeleine,
Vézelay, die de samenhang verzinnebeeldt tussen Oude en Nieuwe Testament.
Mozes werpt tarwe in de molen, Paulus vangt het meel op.