Homiletische hulplijnen 115

[featured_image]
Downloaden
Download is available until [expire_date]
  • Versie
  • Downloaden 0
  • Bestandsgrootte 184.61 KB
  • Aantal bestanden 1
  • Datum plaatsing 10 juni 2025
  • Laatst geüpdatet 10 juni 2025

Homiletische hulplijnen 115

Homiletische hulplijnen 115
De Psalmen van de Septuaginta in de liturgie

Onlangs verscheen De Psalmen van de Vroege Kerk vertaald uit de Septuaginta, uitgegeven door het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap in samenwerking met het St Irenaeus Orthodox Theologisch Instituut (2024).
Op de omslag staan Christus en de profeet David afgebeeld, druk gebarend met elkaar in gesprek (Kievse Psalter, 14e eeuw). Christus is een kop groter dan zijn voorloper. Dat zijn de verhoudingen. Christus heet in de evangelies de ‘Zoon van David’. Hij citeert de psalmen als zijn eigen woorden.

Met het oog op de psalmen als logoi van Christus citeer ik graag de heilige Paula (347-404) in het Heilig Land, die in een mengeling van pelgrimage en toerisme alle heilige plaatsen aandoet en net iets te vaak naar de bekende weg vraagt. Iemand – ‘een roddelaar’ – die meent dat aan haar een steekje los zit, dient zij van repliek met het bekende woord van de apostel: ‘Wij zijn dwazen om Christus’ wil’ (1 Kor. 4,10) en met: ‘Het dwaze van God is wijzer dan de mensen’ (1 Kor. 1,25). Vervolgens staaft zij dat met een woord van de Heer zelf. Zij poneert: ‘Vandaar dat de Heiland tot de Vader zegt: “U kent mijn dwaasheid”’ (LXX Ps. 68,6). Wie om een uitspraak van Christus verlegen zit, kan ze direct aan de psalmen te ontlenen. Het psalter is zijn brevier.

In de (te) beknopte inleiding gaat de redactie in op deze christologische lezing, maar komt niet veel verder dan een verantwoording van het hoofdlettergebruik. Daar doet zich iets merkwaardigs voor. In de NBV21 zijn de ‘eerbiedskapitalen’ weer helermaal terug. Zodra het over God of Jezus gaat, staan hun persoonlijke voornaamwoorden met een hoofdletter aangegeven. Bijvoorbeeld in de passie: ‘Ook de soldaten dreven de spot met Hem. De gingen voor Hem staan en boden Hem water met azijn aan’ (Luc. 13,36), een duidelijke allusie op diezelfde psalm als zojuist (v. 22).
Hoe stellen de vertalers zich op in deze kwestie? Hun ‘vertaaltechniek’ wil een boek aanbieden dat ‘geschikt is voor liturgisch gebruik binnen de Orthodoxe tradities’ (18). Zij verwijzen naar Psalm 2.

Deze uitgave volgt de “christologische” tekstuitleg van de Vroege Kerk door “De Heer sprak tot Mij: ‘Jij bent mijn Zoon, vandaag heb Ik Je verwekt’” in Psalm 2:7 te lezen als God de Vader die tegen Jezus Christus spreekt.’ ‘Alleen op deze plek en in Psalm 109 (110) is in deze uitgave door midden van hoofdletters (‘eerbiedskapitalen’) de Zoon expliciet geïdentificeerd. Op andere plaatsen waar de traditie het (Griekse logos (‘woord’ en ‘rede’) als Jezus Christus en pneuma (‘adem’, ‘wind’ en ‘geest’) als de Heilige Geest leest, laten we het aan de lezer om aan deze interpretatie vast te houden (9).

Elders in de inleiding blijkt dat toch ruimer genomen te zijn: ook in Psalm 106(107) ‘hebben we “christologische” eerbiedskapitalen ingezet’ (19). Dat blijkt zo te zijn in vers 20 waar het Woord een hoofdletter heeft gekregen: ‘Ze riepen tot de Heer in hun verdrukking/ en Hij bevrijdde hen nuit de nood./ Hij zond zijn Woord en genas hen/ en ontrukte hen aan het verderf.’

Het is echter niet te verantwoorden waarom nu juist in deze drie psalmen wel, maar in andere geen aanwezigheid van Christus wordt gemarkeerd. Van de synagoge hebben we geleerd dat de psalmen de gebeden van de Messias zijn. In de evangelies leeft en sterft Jezus met psalmwoorden in zijn mond. De liturgie en in het bijzonder de Orthodoxe liturgie neemt dat waar, maar deze uitgave is te terughoudend in het liturgisch lezen en maakt keuzes die berusten op willekeur.
In de NBV21 lees ik in Johannes 2,17: ‘Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: “De hartstocht voor uw huis zal Mij verteren.”’ En in Romeinen 15,3: ‘Ook Christus zocht niet zijn eigen belang; integendeel, er staat geschreven: “De smaad van wie U smaadt, is op Mij neergekomen.”’
Dat zijn nogmaals citaten uit LXX Psalm 68. Maar de redactie vertaalt hier: ‘Want de ijver voor uw huis heeft mij verteerd en de beschimpingen van hen die U bespotten zijn op mij gevallen’ (v. 10), zonder eerbiedskapitalen. De lezer moet het zelf maar uitzoeken.

De redactie geeft in het boek wel kathismata en stases aan. Dat zijn onderverdelingen in de monastieke weekcyclus. Ze geven aan hoe de psalmen gelezen worden in de vespers en metten. De grote omissie van dit psalter is echter dat het de hoofddienst negeert. Ik had graag in ieder geval de prokimena (prokimen = graduale) en alleluia’s aangemerkt gezien.

Mijn Liturgikon leest op Palmzondag met drie verhelderende hoofdletters de derde antifoon: ‘De Heer is Mijn helper, daarom heb Ik geen angst voor wat een mens Mij kan aandoen’ (LXX Psalm 117,6). De Psalmen van de Vroege Kerk leest ook in deze psalm – die toch heel prominent in de liturgie is – nergens hoofdletters.

Op Witte Donderdag is in de Orthodoxie het alleluia genomen uit LXX Psalm 40. Het Liturgikon maakt daarbij onderscheid tussen een morele en een christologische lezing.
Met ‘Zalig hij die zorg draagt voor behoeftigen en armen: ten dage van onheil zal de Heer hem bevrijden’ (v. 2) wordt duidelijk gemaakt dat ieder mens zich door deze zaligspreking moreel aangesproken mag weten.
Vervolgens wordt de psalm christologisch gelezen: ‘Mijn vijanden spreken kwaad over Mij: wanneer zal Hij sterven en zal zijn naam vergeten zijn? Zelfs Mijn vriend, op wie Ik vertrouwde, die Mijn brood met Mij at, heeft zijn hiel tegen Mij opgeheven’ (vv. 6 en 10). De Psalmen van de Vroege Kerk houdt zich geheel op de vlakte. De beloofde liturgische, want christologische lezing blijft uit.

Nog een voorbeeld: het Prokimen van Goede Vrijdag is samengesteld uit drie LXX psalmen. Ik citeer nu niet uit het Liturgikon maar uit De Psalmen van de Vroege Kerk om de willekeur te laten zien. In de Psalmen 2, 106 en 109 wordt ‘de christologische tekstuitleg van de Vroege Kerk’ wel gevolgd, maar in bijvoorbeeld Psalm 21 niet. Nota bene!

Psalm 21
Zij verdeelden mijn kleren onder elkaar
en wierpen het lot over mijn gewaad (19)
God, mijn God, zie om naar mij.
Waarom hebt U mij verlaten (1)
Psalm 34
Berecht, Heer, wie mij onrecht doen.
Bestrijd mijn bestrijders.
Grijp naar wapen en schild
en sta op om mij te helpen. (1-2)
Psalm 87
Zij stopten mij in de diepste put
in de duisternis en de schaduw van de dood (7)
Heer, God, mijn redder,
dag en nacht toep ik tot U. (1)

De vertaling De Psalmen van de Vroege Kerk is getrouw en goed. Het vertaalteam bestond uit: vader Michael Bakker, vader Joan Lena, zuster Makrina Jilderda, Nes van Hulzen en Menna Rempt. Zij mogen terecht bewondering oogsten voor dit monnikenwerk. Het concept van het boek echter schiet tekort.


Literatuur
Paula in Palestina, Hieronymus’ biografie van een rijke Romeinse christin. Vertaald en toegelicht door Pieter W. van der Horst, Ad Fontes 3, Zoetermeer 2006, blz. 96-99 = Epistula 108, XIX,5
Liturgikon, Nederlands Orthodox Klooster Sint Jan de Doper, Den Haag 19733.
De Psalmen van de Vroege Kerk vertaald uit de Septuaginta, Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap/St Irenaeus Orthodox Theologisch Instituut, Haarlem/Antwerpen 2024.

 

drs. Klaas Touwen