- Versie
- Downloaden 0
- Bestandsgrootte 81.69 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 15 februari 2025
- Laatst geüpdatet 15 februari 2025
Homiletische hulplijnen 113
Homiletische hulplijnen 113
Oversteken of afdalen
Het ene woord haalt het andere uit. Niet willekeurig welk, het ene woord leidt tot specifiek andere woorden. Ze hangen onderling samen als aan weerszijden van het ravijn de ankers van een hangbrug. Woorden geven blijk van gedachtesamenhangen of bij slordig taalgebruik van onsamenhangende gedachten. Ze brengen niet alleen denkvormen aan het licht, maar houden die ook in stand of activeren de bepaalde manier van denken waarop zij zijn gebouwd. De loopbrug zet de reiziger ertoe aan het ravijn over te steken in plaats van erin af te dalen.
Bijvoorbeeld het woord ‘doelgroep’. Met het woord ‘doel’ komt als vanzelf ook het woord ‘middel’ mee. Middelen worden ingezet om doelen te bereiken. De woorden ‘doelgroep’, ‘doel’ en ‘middel’ geven niet alleen blijk van instrumenteel denken, maar zetten er ook toe aan. En wie tot een doelgroep behoort wordt geweld aangedaan, want hij of zij is aanvankelijk slechts geselecteerd op grond van de eigenschappen die de doelgroep definiëren, niet naar hoe hij of zij zichzelf te kennen geeft.
Eigen aan een parochie is dat zij niet gestuurd wordt door resultaten maar door waarden. Een geloofsgemeenschap is een waardengemeenschap en werkt dus graag samen met mensen die dezelfde waarden delen: kunstenaars, onderzoeksjournalisten, mensenrechtenadvocaten, wetenschappers, milieuactivisten… De juist met hen ervaren innerlijke verwantschap komt voort uit het gezamenlijk hooghouden van waarden als schoonheid, goedheid, gerechtigheid, waarheid, vrede. Die waarden zijn elk in zichzelf goed, ongeacht wat ervan komt.
Maar zodra diezelfde geloofsgemeenschap doelgroepen aanwijst die zij bereiken wil, dient zich een geheel andere denkvorm aan. Niet die van het atelier, de actiegroep of het laboratorium, maar die van fondsenwerving, het reclamebureau en de p.r.-strategie. De denkvormen botsen, de waarden verbleken, want ze zijn niet handzaam om ingezet te worden voor het effect.
Geloofsgemeenschappen zijn eraan gehouden beleid te maken, zij stellen beleidsplannen op en daaruit voortkomende jaarplannen. Soms heel lijvige stukken. Een enkele keer worden passages overgenomen van naburige gemeenschappen die het zo mooi kunnen zeggen. Alsof het bij beleid maken gaat om het product: het beleidsplan, in plaats van om het proces: bewustwording, kerkvernieuwing, een verandering in denken en doen.
In de verkondiging is het onze opdracht deze processen te begeleiden. Niet door nu ook nog de preek in te zetten als middel, wel door waardengerichte denkvormen aan te reiken en in te oefenen. Daarbij moet je als predikant je bewust zijn van het taalregister dat je benut (en dus terughoudend zijn in het gebruik van woorden die een instrumenteel denken wekken).
Een beleidsplan is nodig maar kan een geloofsgemeenschap ook verschrikkelijk in de weg staan als het teveel is ingevuld; het leidt tot blikveldvernauwing, kokerkijken. Een beleidsplan is op zijn best een bedding waarbinnen voldoende ruimte is voor wat zich voordoet, het onverwachtse van toevallige (Luc. 10,31) ontmoetingen, het waaien van de Geest.
drs. Klaas Touwen