- Versie
- Downloaden 9
- Bestandsgrootte 328.57 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 27 juli 2019
- Laatst geüpdatet 18 februari 2021
17 januari 2016
Dag van het Jodendom
Lezingen: Jes. 62,1-5; Ps. 96; 1 Kor. 12,4-11; Joh. 2,1-12 (C-jaar)
Inleiding
In 2007 hebben de Nederlandse bisschoppen besloten tot de instelling van een jaarlijkse Dag van het Jodendom. Deze dag vindt jaarlijks plaats op 17 januari, de dag vóór het begin van de ‘Internationale Bidweek voor de Eenheid’. Deze plaatsing is van symbolische betekenis. De dialoog van christenen met joden – onze oudste broer – zal ook de eenheid tussen christenen kunnen bevorderen. Alleen wanneer wij ons steeds meer bewust worden ‘van de wortel die ons draagt’ (Rom. 11,18), kunnen christenen de in Jezus Christus geschonken eenheid bereiken. De dag van het Jodendom dient een stimulans te zijn om het hele jaar door met joden en hun traditie in gesprek te gaan, om samen te lernen, om samen met hen – in gelijkwaardigheid – te werken aan de humanisering van onze mensenwereld.
Profetenlezing: Jesaja 62,1-5
In Jesaja 56–66 hebben wij niet te maken met de woorden van één profeet (Trito-Jesaja),
maar met profetische woorden uit verschillende tradities: Jesaja 1–55; Psalmen; Klaagliederen, die na de ballingschap door tempelzangers zijn verzameld. De boodschappers cijferen zich weg zodat de blik helemaal vrij is voor de boodschap: ‘ Niet de boodschappers dragen de boodschap, maar de boodschap draagt de boodschappers. Jesaja 1–66 staat op naam van de profeet Jesaja en heeft dus in de traditie het gezag van deze profeet.
Onze perikoop is een onderdeel van Jesaja 60,1–63,6, met als inhoud ‘Sion en de vreugdebode’.
De blijde boodschap van de vreugdebode voor Sion staat in schrille tegenstelling met wat in Jesaja 59 staat: Israël is in de ban van het kwaad. Zij begaat onrecht en de weg van gerechtigheid en vrede (er)kent zij niet meer. Door hun wangedrag zijn God en Israël uit elkaar gedreven en daarom houdt God zich verborgen (59,1-11). Ten einde raad komt Israël tot omkeer en belijdt schuld (59,12-15). JHWH die rechtvaardig en barmhartig is, bestraft de plegers van onrecht en ‘Hij zal als bevrijder naar Sion komen, naar allen uit Jakobs nageslacht die met de misdaad breken’ (59,16-20). JHWH vernieuwt het liefdesverbond met zijn geliefde Sion, dat voortaan trouw zal zijn aan zijn woord en het zal doorgeven van generatie op generatie (59, 21; vgl. Deut. 6,4-9).
Tegen deze achtergrond klinkt Jesaja 60,1-6 (de lezing van Openbaring des Heren). Vrouwe Sion – Stad van JHWH, ‘Sion van de Heilige van Israël’ (60,14) – wordt opgeroepen om op te staan uit haar ellende. Zij mag weer schitteren en gezien worden, want ‘je licht is gekomen, over jou schijnt de uitstraling van JHWH.’ Terwijl de aarde en de volken met duisternis (= afwezigheid van God) zijn bedekt, schijnt JHWH in grote helderheid over Sion. In dit Levenslicht deelt Sion: ‘want bij u is de bron van het leven, door úw licht zien wij licht’ (Ps. 36,10).
‘Jeruzalem is het licht van de wereld, want er staat geschreven: Volken gaan naar jouw licht. En wie is het licht van Jeruzalem? De Heilige, gezegend zij Hij, want er staat geschreven: (Jes. 60,19): voor jou is de Heer een eeuwig licht’ (Midrasj). Zo zal Sion voor de volken weer een lichtend voorbeeld zijn, de plaats waar Gods Thora klinkt en gedaan wordt (2,2-5; 60,1-3).
Vrouwe Sion wordt ook gevraagd om haar ogen te openen en goed om zich heen te kijken (60,4-5a). Haar ballingen komen in drommen naar haar toe. Bij het zien van deze thuiskomst zal zij stralen van vreugde. Maar niet alleen het volk Israël wordt in Sion verzameld. Ook de volken komen naar Jeruzalem – stad van vrede – en als gaven brengen zij wierook en goud mee om de God van Israël te zegenen en te prijzen (60,5b-6; 62,2).
Deze omweg – wat heet omweg? – heb ik gemaakt omdat alleen binnen deze context de boodschap van onze perikoop ten volle gehoord kan worden.
U, Barmhartige zult opstaan en u over Sion ontfermen,
de tijd van genade is gekomen, dit is het uur,
want uw dienaren hebben de stenen van Sion lief,
de ruïnes vervullen hen met deernis. (Ps. 102,14-15)
De Barmhartige heeft Sion verkozen
en als woonplaats begeerd:
dit is, voor altijd, mijn rustplaats,
hier verlang ik te wonen. (Ps. 132,13-14)
De bouwer van Jeruzalem, dat is de Eeuwige,
hij brengt de ballingen van Israël bijeen. (Ps. 147,2)
Geïnspireerd door Psalmen spreekt de Vreugdebode (vgl. 57,2-10) tot Sion en zij zal niet stil zijn en zwijgen totdat Sions verlichting aanbreekt en haar gerechtigheid opgaat als een lichtglans. De volharding en trouw van de vreugdebode dienen een beweeggrond voor God te zijn om niet achter te blijven in wat van hem verwacht wordt: ingrijpen ten bate van zijn volk (vgl. 59,21).
Over de gevolgen van de redding door de Barmhartige, spreekt de vreugdebode Sion rechtstreeks aan: de volken en koningen zullen je gerechtigheid en je uitstraling (60,1) zien.
De Barmhartige zal Jeruzalem van een nieuwe naam (= opdracht/roeping) voorzien: De mond van JHWH kondigt deze nieuwe namen af (62,2.4). Sion is niet langer meer de verlatene of het troosteloos oord, maar de Barmhartige roept haar toe: mijn welgevallen (lust) is in haar, gehuwde. De Barmhartige gaat opnieuw een verbintenis aan met Sion: er wordt bruiloft gevierd, de vreugde kan niet op: zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zo zal je God zich over jou verheugen (62,5; 54,4-6; Hos. 2,21-23; Hoogl.).
Lezing uit de Brieven: 1 Korintiërs 12,4-11
Zie: H.M.J. Janssen, ‘1 Korintiërs. De apostel Paulus, een bewogen apostel’ in: Henk Janssen/Klaas Touwen (red.), Paulus zelf, Vught 2014, blz. 51-53
Evangelielezing: Johannes 2,1-12
Over de relatie tussen God en zijn volk wordt in de Bijbel in verschillende beelden gesproken. Één van die beelden is het huwelijk. In het Hooglied wordt de liefde tussen een jongen en een meisje in alle geuren en kleuren bezongen. Met Pesach wordt deze aardse liefde het beeld van Gods verbond met zijn volk Israël. De evangelielezing klinkt tegen de achtergrond van Jesaja 62,1-5, waarin de vreugdebode bezingt dat de Barmhartige opnieuw een liefdesverbintenis met Sion aangaat. Er kan weer feest gevierd worden in Jeruzalem.
In Kana, in Galilea, het land van de heidenvolken, maakt Jezus een begin met de tekenen. De tekenen van Jezus – Johannes kent geen wonderen zoals de synoptici! – zijn de manifestaties van Gods almacht. Met zeven tekenen ‘exegetiseert’ Jezus God, de Vader (1,18). Door de tekenen van Jezus – die zelf hét Teken is – leren wij God kennen en kunnen wij tot nieuw leven komen, tot een leven met God en wel door te gaan geloven: ‘ Jezus heeft nog veel meer tekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gaat geloven dat Jezus de Messias is, de zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn Naam’ (20,30v; 2,11).
Jezus doet dat eerste teken op de derde dag, de dag van een nieuw begin van Gods redding, tijdens een bruiloft, in het heidense Galilea. De woorden van Jesaja (62,1-5) gaan opnieuw in vervulling. Jezus laat zien dat in hem de messiaanse tijd aanbreekt, waarin Israël en de heidenvolken samen bruiloft vieren.
Het is een bijzondere bruiloft. Alleen Jezus wordt bij name genoemd, alle andere aanwezigen – de leerlingen en de moeder van Jezus, de bedienden, de ceremoniemeester, zelfs de bruidegom – blijven naamloos. En wie of waar is de bruid? Voor voldoende wijn is ook niet gezorgd! Een bruiloft van Jan Steen! Waarop de alerte moeder van Jezus doortastend het voortouw neemt, al is Jezus’ tijd nog niet gekomen. Toch begint hij met zijn eerste teken en maakt gebruik van wat voor handen is. In het leven van alledag manifesteert zich het messiaanse rijk. De zes stenen watervaten die er stonden voor het dagelijks gebruik en de joodse reinigingsrituelen, dienen gevuld te worden tot over de rand, zo’n 500-700 liter. Volop water als teken van de Thora, die voor iedereen bestemd is, is veranderd in de beste wijn van het messiaanse rijk.
In de lijn van de profeten roept Jezus het leven dat men in de toekomst van God verwacht, op in het beeld van overvloedige en voortreffelijke wijn (chateau Pétrus?): ‘Zie de dagen komen dat de bergen stromen van de most en alle heuvels ervan druipen’ (Am. 9,13; vgl. Joël 4,18).
De volheid van leven, die voor de eindtijd werd verwacht, is volop in Kana aanwezig. Jezus openbaart in Kana, vóór zijn tijd, zijn heerlijkheid (2,11). Door lijden en dood heen, zijn leven uit liefde gevend voor zijn vrienden, zal hij verheerlijkt worden (12,23-28) en op ‘de derde dag’ verrijzen (2,1.19-22). Met dit eerste teken toont Jezus zijn grootheid en zijn leerlingen geloven in hem.
Een vreemde, maar ook heerlijke bruiloft van overvloed en kwaliteit. Wie is de bruidegom? God? Jezus? Wie is de bruid? Israël? Het verhaal is ook een uitnodiging aan ons, joden en christenen, om samen te genieten van het liefdesverbond van God met zijn volk Israël en met de heidenvolken (christenen) en samen te werken aan een menswaardige samenleving op onze zuster moeder aarde.
Liefde laat zich voluit schenken
als de allerbeste wijn,
liefde blijft het feest gedenken
waar wij uw gasten zijn.
(Sytze de Vries, LB 791,5)
Literatuur
U. Berges, Profetie zonder profeet. Het afscheid van Deuterojesaja, Nijmegen 2007
H. Janssen OFM, De dag van het Jodendom, in: TvV-1, 81 (jan-febr. 2009), 23-27
H. Janssen/K. Touwen (red.), Trouwvieringen, Vught 2010, 42-45.48-50.59-65
Preekvoorbeeld
Bruiloft te Kana
Sleutels
Een schatkist open je met een sleutel
Om te beginnen wil ik u enkele sleutels aanreiken om dicht bij het geheim te komen van het verhaal dat we zo juist gelezen hebben.
Het eerste sleutelwoord is: Op de derde dag.
In de tijd van Jezus wist iedereen wat dat betekent. Ze wisten:
Nu moet je opletten, nu gaat er iets nieuws beginnen.
Een doodlopende weg opent zich naar een nieuw begin.
Een pad door de zee.
Het tweede sleutelwoord is: Bruiloft.
Iedereen wist van binnenuit dat bij een bruiloft de hemel de aarde raakt.
Je viert de hemel op aarde.
Het is een ramp als een bruiloft in het water valt. De hemel werd niet voor niets voorgesteld als een hemels gastmaal.
Vooral in tijden van nood werden verhalen verteld over God die verdrukten verzamelt om voor hen een gastmaal te bereiden, een soort bruiloftsmaal waar het eeuwigdurend verbond gefeest en gevierd wordt.
De eerste lezing van vandaag gaat daar zijdelings over. Bruid en bruidegom worden vergeleken met God en zijn volk.
Het derde sleutelwoord is: Wijn.
Wijn is een teken van de oogst, van verbondenheid, van feest vieren na hard werken.
Jezus maakt vergelijkingen met een wijngaard, met een wijnstok en ranken, en op het laatst neemt hij de beker met wijn en zegt: Dit ben ik, dit is mijn bloed.
Ik ben bloedverwant van jullie.
Kijken we met deze sleutels in de hand naar wat er gebeurt in het verhaal van de bruiloft te Kana.
Het is de derde dag. Er wordt een bruiloft gevierd, maar de wijn is op.
De drie sleutelwoorden bij elkaar...
Vooral dat woordje: ‘De wijn is op’ werd in de tijd van Jezus zeer emotioneel verstaan.
Hoe emotioneel dat is wordt in het volgende verhaal duidelijk.
Er werd een bruiloft gevierd. Omdat bruid en bruidegom het niet breed hadden werd iedereen gevraagd om wijn mee te nemen. De wijn werd in een grote kruik verzameld. Op het hoogtepunt werden de glazen volgeschonken, er werd geklonken en gedronken. Maar tot ieders schrik was het geen wijn maar water wat ze dronken.
Snapt u wat er was gebeurd…
Iedereen had gedacht… niemand merkt het als ik in plaats van wijn water in de kruik giet.
Het feest viel in het water en iedereen ging met een kater naar huis.
Zoiets dreigde er te gebeuren te Kana.
De moeder van Jezus heeft het door.
Ze gaat naar Jezus. Ze is een soort voorspreekster en vraagt ‘Kun je er wat aan doen’?
En dan krijg je dat onvriendelijke woord.
‘Vrouw wat heb ik met jou te maken’… en de uitleg… ‘mijn uur is nog niet gekomen.’
Met andere woorden: Met Pasen, op het eind van het evangelie wil ik pas laten zien wie ik echt ben, nu nog niet.
Maar ja, als de vraag gesteld is: ‘Kun je er wat aan doen’,
en als iemand die van je houdt het vraagt, en als je het kunt,
dan moet je van goede huize komen om in het nee te volharden.
Dan gaat het geweten, het diepe weten een rol spelen.
Als de vraag aan jou, aan mij gesteld wordt: kun je er wat aan doen opdat we niet als verwaterde mensen uit elkaar vallen, dan is dat een buitengewoon appel waar je niet zomaar aan voorbij kunt gaan.
Maria weet het en gaat naar de bedienden en zegt: Wat hij ook vraagt doe het maar.
Nu komen we bij een stukje dat mij persoonlijk het meeste raakt.
De bedienden.
Jezus gaat op het appel van zijn moeder in en gaat naar de bedienden.
Dan staan daar zes stenen bakken en met het water in die bakken hebben de bedienden de voeten gewassen van al die mensen die binnen zijn. Zij waren als het ware de dienaren van allen….(snapt u het verband met die laatste avond voor Pasen)
En dan zegt Jezus: Doe die bakken vol met water, tot de rand toe.
Moet je nagaan wat dat betekent… 6 vaten van elk 3 metreten.
1 metreet is 40 liter. Dat is samen 3x6=18x40 =720 liter.
En dan moet je bedenken dat in dat huis geen stromend water is.
Ze moesten dus naar de bron – vaak niet naast de deur –
en emmertje voor emmertje die bekkens vullen.
Ze doen het… Ongetwijfeld zullen ze gedacht hebben… is het geen water naar de zee dragen… waar doen we het voor…
en toch doen ze het…
Dat is het eerste wonder.
Maar in die paar zinnen zit nog een spiritueel sleuteltje verborgen.
Die waterbakken zijn bedoeld om je te reinigen. Ze zijn bedoeld voor het reinigingsritueel
En reinigen betekent niet alleen je van buiten reinigen,
maar vooral ook je van binnen reinigen:
• van slechte gedachten
• van zwartmakerij
• van heersen in plaats van dienen
Vergeving en verzoening hebben alles te maken met het reinigen van je binnenste binnen.
Het verhaal wil als het ware zeggen: als de wijn op is, is de Geest verwaaid, dan is de Geest niet meer in ons midden.
Je haalt de Geest weer terug als je je reinigt, als je je weer schoonmaakt, als je de verhoudingen herstelt.
Als je dat kunt… dan ben je in staat om van water wijn te maken.
Het verhaal gaat verder.
Het is eigenlijk te belachelijk voor woorden.
Jezus zegt tegen die bedienden: Schep wat water uit de reinigingsbakken en dien het op.
Als ik bediende was dan zou ik misschien zeggen:
Doe het lekker zelf… ik ga niet voor paal staan.
Maar ze doen het…
En het tweede wonder geschiedt… de tafelmeester zegt ‘waarom niet eerst de beste wijn, waarom de beste wijn voor het laatst bewaard’?
We bekijken de bedienden nog even nader
Als de bedienden er niet geweest waren, was het feest in duigen gevallen.
De minsten, de geringsten vervullen een sleutelrol. Dat onderschatten we wel eens.
Niet door te heersen maar door te dienen maak je de Geest in en tussen mensen wakker.
Wat de bedienden doen is uiterst dienend:
Emmertje voor emmertje de waterbekkens vullen zonder dat je van tevoren weet waar het goed voor is.
Wat een doorzettingsvermogen, wat een geloof!
Je kunt het misschien vergelijken met een stroom vluchtelingen een voor een aandacht schenken.
Of als het om een persoonlijk proces gaat.
Een ui afpellen blaadje voor blaadje tot je bij de kern komt, door tranen heen en zeggen:
Dit ben ik.
En dan na gedane arbeid, nadat je alles hebt schoongemaakt
• het resultaat laten zien,
• helder water,
• geput uit de bron,
• gereinigd in de bekkens en
• ter plekke opgediend als klare wijn.
Wie dat durft, wie dat kan getuigt van Geestkracht, en dat slaat over.
Het gebeurde allemaal op de derde dag,
op een bruiloft waar water in wijn veranderde.
Het gebeurde
• omdat er een moeder was die vroeg: Kun je er wat aan doen opdat het leven niet verwatert,
• omdat Jezus zich uitgedaagd voelde en vooruitgreep op wat komen zou,
• omdat er bedienden waren die vol overgave deden wat gedaan moest worden.
Het verhaal zit vol met sleutels en sleuteltjes om de schatkist te openen.
En in die schatkist ligt het mysterie van God met ons die ons zijn Geest wil schenken zodat we water in wijn kunnen veranderen. Ik hoop dat we zo’n sleutel vinden en als een kostbaar geschenk koesteren en bewaren.
Bij de zending en de zegen
Graag wil ik u nog een spiritueel sleuteltje meegeven.
In het verhaal staat dat de reinigingsbakken met 720 liter water gevuld werden.
Een deskundige heeft uitgerekend dat het 930 flessen wijn zijn.
Maar, 720 doet ook denken aan 10 maal 72. Tien staat voor overvloed en 72 staat voor de
72 leerlingen die erop uitgestuurd worden om te getuigen van de Geest,
in een wereld waar de wijn soms dreigt op te raken.
Mogen we de komende week soms even getuigen van de Geest die in ons is
Opdat ook wij water in wijn veranderen. Het mag best een beetje waterige wijn zijn, als het feest maar doorgaat.
inleiding Henk M.J. Janssen ofm
preekvoorbeeld Hans J. Boerkamp