- Versie
- Downloaden 0
- Bestandsgrootte 174.51 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 4 december 2025
- Laatst geüpdatet 4 december 2025
Preek 6e zondag door het jaar, A jaar, 15-2-2026
15 februari 2026
Zesde zondag door het jaar
Lezingen: Sir. 15,15-20; Ps. 119; 1 Kor. 2,6-10; Mat. 5,17-(20-22a.27-28.33-34a)37 (A-jaar)
Inleiding
Sirach 15,15f-20
Het boek Sirach, of Ecclesiasticus zoals het ook bekend is, werd geschreven rond het jaar 185 vChr. door een zekere Jezus Ben Sirach en in 132 vChr. in het Grieks vertaald door zijn kleinzoon.
In die tijd was het joodse land van de macht van de Egyptische Ptolemaeën overgegaan naar de Syrische Seleuciden. Dat rijk werd echter in zijn politieke eenheid bedreigd. Om die reden ontwikkelden de Seleuciden een globaliseringspolitiek met betrekking tot de onderworpen volken door ze te verplichten de Griekse cultuur, godsdienst en gewoonten aan te nemen, een soort cultureel imperialisme dat de eigenheden van de onderworpen volken in gevaar bracht.
Onder het joodse volk waren er die zich bereid toonden daarin mee te gaan en het Jodendom aan die universele beschaving aan te passen. Van de andere kant was er ook een sterke oppositie onder de Joden die alles op alles zette om hun geloof, hun trouw aan de Tora en de tradities van Israël te bewaren.
In die tijd van crisis schreef Sirach zijn boek als een beschouwing over de joodse trouw in een poging om zo het historisch besef van het volk levend te houden.
De perikoop van deze zondag is een protest tegen de opvatting van de bezetter en zijn joodse medestanders. De auteur heeft goed in de gaten hoe ernstig de situatie is. Er waren zelfs mensen die beweerden dat zonde eigenlijk van God zelf afkomstig is (vgl. vv.11-12). Sirach bestrijdt deze opvatting door te zeggen dat het van de mens zelf afhangt al dan niet trouw te zijn aan Gods oriëntatie (Tora). God heeft water en vuur voor de mens neer gezet; aan ieder de keuze waarnaar hij of zij de hand uitstrekt (vv. 16-18). Met deze metafoor van water en vuur, beeld van leven en dood, wil de auteur duidelijk laten zien dat ieder zijn geluk of ongeluk in eigen hand heeft naarmate hij kiest voor leven of voor dood.
Psalm 119, 1-2; 4-5; 17-18; 33-34
De antwoordpsalm is een selectie uit de grote lofzang op het feit dat het volk mag leven met en volgens de Tora. Dat wordt al direct duidelijk in het eerste vers: ‘Gelukkig degenen wier levensweg rein is, die voortgaan volgens de wet van de Heer.’ Dit is eveneens de thematiek van de eerste lezing en van het evangelie van deze zondag.
1 Korintiërs 2,6-10
Zie: H.M.J. Janssen OFM, ‘1 Korintiërs. De apostel Paulus, een bewogen apostel’ in: Henk Janssen & Klaas Touwen (red.), Paulus zelf, Vught 2014, 20162, 41-56
Matteüs 5,17-37
De evangelieperikoop van deze zondag zou je kunnen indelen in twee onderdelen. In het eerste deel, de verzen 17-19 lijkt Jezus zich te verdedigen tegen aantijgingen dat Hij de Tora niet of niet goed onderhoudt: ‘Denkt niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten op te heffen.’ Vers 20 kan gezien worden als een soort scharnier tussen de twee delen: ‘Als uw gerechtigheid die van de schriftgeleerden en farizeeën niet ver overtreft, zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der Hemelen.’ Vervolgens in het lange tweede deel geeft Jezus voorbeelden van die gerechtigheid zoals moord en doodslag, haat en offers, echtbreuk etc. Op deze wijze bekritiseert Jezus ook de praktijk van velen (schriftgeleerden en farizeeën) die zichzelf als rechtvaardigen beschouwen terwijl ze vergeten dat God de harten van de mensen oordeelt (vgl. 6,1-18).
In de evangelielezing van deze zondag verkondigt de evangelist dat de ware gerechtigheid, niet iets is van rechtbanken of tribunalen, maar een weg die de mens moet gaan volgens Gods aanwijzingen (Tora) naar het voorbeeld van Jezus. Deze erkent zelf dat allen die Gods wil volbrengen, zijn ware broeders en zusters zijn (vgl. 12,49v). Hiermee staat Jezus in de lijn van het Eerste Testament dat de gerechtigheid ook tekent als het leven volgens Gods wil. Hierin bevindt zich de zekerheid toegang te verkrijgen tot het Rijk der Hemelen (vgl. 5,10 en 20).
De basis van de gerechtigheid is volgens Jezus de liefde tot de naaste en zelfs tot de vijand (5,43-48). Zo wordt eveneens duidelijk dat het Rijk der Hemelen niet op de eerste plaats iets is van een verre toekomst, een geweldig eschatologisch fenomeen, maar de aanwezigheid Gods onder armen en hen die dorsten naar gerechtigheid (5,6). De verkondiging van het rijk en de gerechtigheid vertoont zo een zekere spanning tussen het heden en de toekomst, maar juist zo presenteert de evangelist de praktijk van de gerechtigheid als voorwaarde om tot dat definitieve rijk te geraken.
Gerechtigheid is zo het grondmotief van de Bergrede, samengevat het vervullen van Gods wil zonder zich druk te maken om een eventuele beloning. Dit vervullen van Gods gebod vindt zijn meest markante uitdrukking in de oproep tot de liefde, zelfs tot de vijanden (vgl. 5,44v).
Preekvoorbeeld
De situatie van de 2e eeuw voor Christus lijkt veel op die in onze 21e eeuw. Jezus Sirach beschrijft wereldleiders die hun eigen volk onderdrukken en andere landen veroveren. Aan hun ziekelijke machtswellust wordt alles opgeofferd. In het kielzog van de leider schuimt het van ‘lagere goden’ die in hun wereldje hetzelfde doen. Op het laagste niveau bereikt dit het dieptepunt van verkrachting, marteling, moord.
Onze tijd kent eigen methodes. Vrijheid wordt drastisch ingeperkt, onafhankelijke journalistiek onmogelijk gemaakt. Mensen worden tegen elkaar opgezet, krijgsgevangenen moeten hun eigen volksgenoten doden. Militair imperialisme zonder weerga verovert de wereld met geavanceerde middelen. Daarmee gepaard gaat een cultureel imperialisme, een verandering in normen en waarden.
Sommigen verzetten zich daartegen: met hen wordt hardvochtig afgerekend. De meesten glijden af, doen mee. Dit om het comfortabel te houden, uit machteloosheid of angst voor de machtigen en hun maatregelen.
Als voorganger geroepen om vanuit geloof en traditie iets te zeggen, grijpt het me naar de keel. Waar sta ik zelf, welke richting kan ik overtuigd aangeven?
Het pleidooi van Jezus Sirach sterkt hen die alles op alles zetten om hun geloof en de humaniteit te bewaren. Om trouw te blijven -en opnieuw te worden- aan de Tora. Daarover in gesprek blijven en dat uitwerken? Samen met geestverwanten, want alleen kun je dat niet. Geïnspireerd door verhalen die de hoop levend houden tegen de verdrukking in. Voeg daarbij het besef van urgentie. We kunnen niet afwachten wat anderen doen. De keuze is aan ieder voor zich en voor ons samen. Zwart-wit gezegd: ‘Er is water en vuur. Sirach heeft goed naar Mozes geluisterd. Als de Tora van God is doorgegeven aan de mensen loopt dat uit op een dringend pleidooi: dit is een keuze tussen ondergang en toekomst, tussen leven en dood. Zeker ook voor onze generaties.
Goed om te beseffen dat we niet de eersten zijn. Mooi om de ervaringen met de Tora te horen, zoals in Psalm 119, één grote lofzang op de Tora. Gedragen door verhalen van gelovigen die ondervonden, dat het echt zó werkt. Deze inzichten bevrijden je innerlijk en maatschappelijk van kwade machten. Ze bieden lichtend perspectief voor alles en iedereen. Vandaar vieren Joden jaarlijks het grote feest van de vreugde van de wet. Als een bruidegom met de bruid danst de gelovige met de Tora.
Aansluitend aan deze Psalm kan de voorganger eigen(tijdse) verhalen toevoegen die onderstrepen dat het echt zo werkt. Te denken is aan de Afrikaanse Ubuntu-wijsheid, uitgewerkt in Zuid-Afrika door onder anderen bisschop Tutu en in Rwanda. Ook aan de Russische verzetshelden als Navalny en Ovsjannikova. En aan bisschop Budde met haar pleidooi voor mercy bij de inauguratie van Trump. Dit als aanmoediging voor nieuwe verhalen, tijdens of na de viering.
De Evangelielezing onderstreept het wezenlijke belang hiervan. Over de hoofden van de aangesprokenen heen klinken de woorden van Jezus tot allen. Ik kom de Tora niet afschaffen maar invullen. Het is pas af als alles volgens de Tora van God is uitgewerkt.
De heilige woorden van de Sinai worden door Jezus van Nazaret in krachtige zwart-wit redeneringen uitgewerkt. Voor een goed verstaan is het belangrijk om de rabbijnse manier van onderricht-door-overdrijving op te merken. Het letterlijk uitvoeren van de aanmoediging om een oog uit te rukken en een hand af te zetten kan de bedoeling niet zijn. Vurig wordt de redenering naar een climax gestuwd. Pinchas Lapide noemt dit in De Bergrede, utopie of program? ‘het naar het heil dorstende ongeduld dat bruisend door de Bergrede waait’. Hij rekent af met een aantal interpretaties. De Bergrede wil niet verstaan worden als ‘perfectionistisch’, niet lamgeslagen worden door ‘onvervulbaarheid.’ Niet afgedaan worden als ‘interims-ethiek’ met het oog op een grote catastrofe. ‘Jezus neemt God volkomen serieus, waardoor hij wordt bezield door heilzame ontevredenheid ten aanzien van halfheden en compromissen.’
De nieuwe werkelijkheid van God is niet op de eerste plaats iets van een verre toekomst, maar voor de eigen realiteit (zie Exegese).
Hoe de Tora diep ingrijpt in het alledaagse bestaan wordt snel duidelijk. Los van de ‘maatregelen’ en ‘gevolgen’ zal iedereen de waarheid van Jezus’ leer als onontwijkbaar ervaren. Moord heeft vele gedaanten: van het aan stukken snijden van het lichaam van de Iraanse journalist Khashoggi tot het ‘fileren’ van iemands persoonlijkheid. Van genocide tot het stelselmatig pesten van medeleerlingen op school.
Overspel vindt niet uitsluitend plaats in concrete daden, maar ook in verkeerde grappen en onsmakelijke filmpjes op social media.
Een vals getuigenis klinkt niet uitsluitend voor een rechtbank. Zo vaak er over iemand valse informatie gegeven wordt is dat beschadigend. Afzien van grote woorden die bol staan van misleidende framing en opgefokte superlatieven draagt bij aan de vreugderijke realisering van de Tora. Moge het zo zijn.
inleiding Gerard van Buul OFM
preekvoorbeeld ds. Ad Alblas
Ontleend aan ‘de mystieke molen’, sculptuur basiliek Sainte-Marie-Madeleine,