Homiletische hulplijnen 97

[featured_image]
Downloaden
Download is available until [expire_date]
  • Versie
  • Downloaden 20
  • Bestandsgrootte 124.96 KB
  • Aantal bestanden 1
  • Datum plaatsing 14 juni 2022
  • Laatst geüpdatet 18 augustus 2022

Homiletische hulplijnen 97

Homiletische hulplijnen 97
Genres

Op menig exegeet is de  kwalificatie homo unius libri van toepassing, een man met maar één boek, dat hij dan ook grondig kent, maar met een beperkte kennis, want wie maar één boek heeft, kan geen onderscheid maken tussen een genre en het eigene van nu uitgerekend dit ene boek. Toen ik theologie studeerde leek judaïca mij een nuttig vak, dat mij veel kon leren over de context van de Bijbel en zijn interpretaties, maar hellenistica stond ver bij mij vandaan, want ik was inderdaad een homo unius libri.
Wat ben ik daarvan teruggekomen! Ook wel door het inzicht dat judaïca en hellenistica niet zo tegenover elkaar in stelling kunnen worden gebracht als bijvoorbeeld Herman Fiolet deed in zijn Vreemde verleiding (1968), die meende te moeten afrekenen met het Grieks-dualistische denken om terug te keren tot het bijbels-Joodse denken. Zulke schema’s voldoen niet meer. Het Jodendom ten tijde van Jezus was door en door Hellenistisch, je leest het af aan Paulus en zijn brieven.

Maar het gaat mij om iets anders, inderdaad om die genres. Bijvoorbeeld: Handelingen van de apostelen is geen kerkgeschiedenis, zoals later die van Eusebius, maar is een antieke dubbelbiografie die niet alle apostelen behandelt, maar in feite slechts twee: Petrus en Paulus. Handelingen laat zich het best lezen door lezers die ook bekend zijn met Plutarchus en diens Parallelle levens, waarin steeds een Griekse en een Romeinse grootheid naast elkaar worden gesteld: Theseus en Romulus; Alexander de Grote en Julius Caesar; Demosthenes en Cicero, etc. Als de aandacht door Plutarchus en zijn genre gescherpt is, kan de lezer alert zijn op de wijze waarop in Handelingen Lucas Petrus en Paulus met elkaar vergelijkt.

Nog een voorbeeld literaire verwachtschappen: Paulus’ magistrale hoofdstuk over de verrijzenis, 1 Korintiërs 15, laat zich het best verstaan door wie er de Metamorphosen van Ovidius naast legt. Om zulke transformaties gaat het: van vergankelijk naar onvergankelijk, van aards naar geestelijk, van stoffelijk naar hemels, van sterfelijk naar onsterfelijk.
En wie op Palmzondag en Goede Vrijdag de passie van Christus leest, doet er goed aan zich op dat passiegenre te hebben voorbereid door ook eens de passie van Eleazar en die van de zeven broers en hun moeder op te slaan (2 Makkabeeën 6–7).
Wie de evangelies wil lezen, zal toch minstens ook een andere antieke biografie gelezen moeten hebben, bijvoorbeeld Het leven van Apollonius van Tyana van Philostratus. Al was het maar om het procedé in de vingers te krijgen: zoals de evangelies zich het Oude Testament ten nutte maken, zo grijpt Philostratus terug op de Ilias en Odyssee van Homerus.

Ik kom tot deze bespiegelingen, omdat ik momenteel Xenofons De vorming van Kyros de Grote op mijn nachtkastje heb liggen. Het betreft een heruitgave van de vertaling van John Nagelkerken (1999), met een nieuw nawoord van Andreas Kinneging (2021).
Het boek gaat over leiderschap. Peter Brucker noemde de Kyrou paideia (zo luidt de Griekse titel) het beste managementboek aller tijden. Kinneging begint zijn nawoord met Cicero’s vaststelling dat Xenofon zijn Kyros niet beschreef naar de historische waarheid (ad historiae fidem) maar als een beeltenis van een rechtvaardig bewind (ad effigiem iusti imperii). Het is een vorstenspiegel. Kinneging benadrukt dat Xenofon Kyros niet per se voor een goed mens houdt, want dat blijft alleen aan Sokrates voorbehouden, maar hem neerzet als de ideale heerser. Ook bijbelse bronnen gunnen hem die reputatie (Jes. 44,28; 45,1; 2 Kron. 36,22v; Ezra 1,1-7; 4,3v; 5,14-17; 6,3.14; Dan. 1,21; 6,29; 10,1).
De vorming van Kyros de Grote bevat passages die behoren tot het genre van de antieke biografie, het genre waarvan de evangelies een subgenre zijn. Een antieke biografie beschrijft niet wat de hoofdpersoon gezegd en gedaan heeft, maar wat hij gezien zijn statuur wel gezegd en gedaan moet hebben.
Maar de Kyrou paideia bevat ook passages – ik doel op de vele redevoeringen en een enkele brief – die eerder aan de brieven van Paulus doen denken, niet alleen in hun retorische structuur maar ook door de vele vergelijkingen, kleine gelijkenisjes. Bijvoorbeeld deze passage:

Wie zich voor het moment genot ontzegt, doet dat niet om nooit meer genoegen te ervaren; door die zelfbeheersing bereidt hij zich voor op een toekomstig genoegen dat vele malen groter is. Wie ernaar streeft een knap spreker te worden, oefent zich niet om nooit meer op te houden met fraai spreken, maar in de hoop door zijn welsprekendheid mensen over te halen veel goeds tot stand te brengen. Ook wie zich oefent voor de strijd mat zich niet af om nooit meer op te houden met vechten, maar omdat hij denkt dat hij door die strijdbaarheid grote welvaart, groot geluk en grote roem kan verwerven voor zichzelf en zijn vaderland.
            Als mensen zich zo hebben ingespannen en vervolgens toelaten dat ze door ouderdom verzwakken voordat ze de vruchten ervan hebben geplukt, dan verkeren ze volgens mij in dezelfde situatie als iemand, die een goede boer wil worden en op de juiste wijze zaait en plant, maar, als hij de vruchten moet plukken, de opbrengst ongeoogst op de grond laat vallen. En zo verdient ook een atleet die na veel training een overwinning kan behalen, maar de strijd blijft ontlopen, volgens mij met recht de naam dwaas.
            Laten wij, mannen, die fout niet maken…
            (Boek 1, hoofdstuk 5, 9-11)

Aan het eind van het boek wordt de lof gezongen op de ‘schatkamers’ van Kyros. Men waarschuwde hem dat hij door veel weg te geven arm zou worden. Dan blijkt echter dat velen zich aan hem verplicht hebben. Kyros concludeert:

Als ik mijn vrienden rijk maak, zijn zij in mijn ogen mijn schatkamers en trouwere beschermers van mij en al ons bezit dan wanneer ik een garnizoen huurlingen zou aanstellen…
            Ik denk dat ik in zoverre van de meeste mensen verschil dat zij, wanneer ze meer hebben dan genoeg is, een deel ervan begraven, een deel laten wegrotten, een deel met veel gedoe blijven tellen en meten en wegen en luchten en bewaken. Maar al hebben ze nog zoveel in huis, ze eten toch niet meer dan ze kunnen verdragen, want dan zouden ze barsten, en kleden zich niet meer dan ze kunnen dragen, want dan zouden ze stikken. Hun te grote rijkdom geeft slechts problemen.
            Ook ik volg de wil van de goden en streef altijd naar meer. Maar wanneer ik zoveel bezit dat ik zie dat het mijn behoeften overtreft, gebruik ik het om de nood van mijn vrienden te lenigen, en door anderen te verrijken en begunstigen verwerf ik hun sympathie en vrindschap. De rent die ik daarvan trek heet veiligheid en goede naam. Die rotten niet weg en schaden de man niet die ze in overvloed bezit…
            (Boek 7, hoofdstuk 2,19.21v)

Aan wiens wijsheid doet dat ook al weer denken?

De vorming van Kyros de Grote is zorgvuldig vertaald en toegelicht. Sommige passages doen denken aan de Efeziërsbrief in de nbg-vertaling van 1951: bijzin na bijzin aan elkaar geregen. Het Grieks schijnt er wel heel sterk doorheen. Andere delen vertonen meer souplesse, alsof de vertaler zichzelf een lossere teugel gunde. Die vrije draf bevalt mij beter.

 

Literatuur
Xenofon, De vorming van Kyros de Grote. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door John Nagelkerken, Eindhoven 2021
Philostratus, Het leven van Apollonius van Tyana, vertaald en toegelicht door Simone Mooij-Valk, Amsterdam 2013
Ovidius, Metamorphosen, vertaald door M. d’Hane-Scheltema, Amsterdam 1993

drs. Klaas Touwen