- Versie
- Downloaden 26
- Bestandsgrootte 380.06 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 22 juli 2019
- Laatst geüpdatet 21 januari 2021
Homiletische hulplijnen 80
Engagement en commitment
Hoera, er wordt weer genitieftheologie geschreven! Genitieftheologie is theologie van de tweede naamval: bevrijdingstheologie, feministische theologie, zwarte theologie, flikker-theologie, theologie van de gemarginaliseerden. In juni voegde zich daarbij: Wondermooi, zoals U mij gemaakt hebt. Handreiking voor gelovige transgender personen en werkers in de kerk.
De 27 medewerkers geven op de achterkant hun werk als volgt te kennen: ‘Dit boek neemt transgender mensen, hun naaste omgeving en werkers in de kerk mee in een ontdekkingstocht naar de ruimte die God geeft om als mens jezelf te zijn. Het gaat in op de zorg voor transgender personen, het pastoraat, de relatie met de geloofsgemeenschap en belangrijke theologische vragen. Daarnaast vertellen transgender gelovigen en hun partners hun eigen verhaal. Praktisch zijn de toelichting op termen en begrippen, de Bijbelstudies en het gespreksmateriaal voor kinderen, tieners en volwassenen.’
‘Transgender’ is hier een bijvoeglijk naamwoord. Als zelfstandig naamwoord kiezen de auteurs voor ‘trans*personen’: ‘de * geeft in dit woord weer dat het verwijst naar diverse vormen van genderbeleving die niet passen in een binaire opdeling. Het kan om een transman of transvrouw gaan, maar ook om een in between of non-binaire identiteit. Het zou mooi zijn als onze taal net zo beweeglijk en fluïde kon zijn als de realiteit van genderbeleving en genderexpressie’ (blz. 15).
Ik noem dit boek een genitieftheologie om zijn engagement en commitment. Ooit is genitief-theologieën wel verweten dat zij zich zouden verliezen in egologie en self-exposure, maar dat verwijt getuigt niet van enig inzicht in theologie überhaupt. Genitieftheologieën zijn – meer dan theologieën die algemene geldigheid claimen – zich uitermate bewust van hun context, dus niet van de egologie maar van de ecologie van hun queeste. Tot de ecologie waaruit dit boek is voortgekomen behoren niet alleen trans*personen, maar ook hun partners, pastores en bondgenoten.
Eigen aan een genitieftheologie is ook dat zij meerdere verhalen in relatie tot elkaar uitlegt: de heilige Schrift (in bovenstaand citaat die Bijbelstudies) maar ook de eigen situatie (in bovenstaand citaat het eigen verhaal van transgender gelovigen en hun partners). Daarom alleen al is een bespreking van dit boek in Tijdschrift voor Verkondiging op zijn plaats, omdat ook iedere preek van nature een genitieftheologie is. Niet de neerslag van wat altijd en overal door iedereen geloofd wordt, maar van wat komende zondag in deze wijkkerk met deze parochianen moet worden gedeeld, niet als een eenmalig incident, maar in een durende verbintenis.
Wat ik zelf van dit boek geleerd heb, is onder andere een opstandige exegese van Genesis 1. In opstand namelijk tegen de veronderstelling dat het geboortegeslacht van trans*personen een ‘foutje’ van God zou zijn. Die veronderstelling líjkt wel permissief –‘Een foutje moet worden rechtgezet’ – en geeft ook erkenning aan genderincongruentie en het proces van transitie, maar veel transgender mensen ‘willen zichzelf, ook hun vroegere zelf, helemaal niet zien als een “foutje” dat moet worden hersteld. Ze ervaren zich als goed zoals ze zijn, inclusief de vaak moeilijke reis die ze hebben afgelegd’ (blz. 196).
De spanning in deze passage wordt opgeladen tussen ‘foutje’ en ‘goed zoals zij zijn’ en dit ‘goed’ doet een beroep op: ‘God zag dat het goed was’. ‘God keek naar álles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was’ (Gen. 1,31). Dat staat is in het geding bij een non-binaire lezing van ‘mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen’ (1,27). Ik citeer uitvoerig (blz. 197):
God schiep dag en nacht door donker en licht te scheiden, maar uit onze waarneming weten we dat dag en nacht niet scherp verdeeld zijn. Er zijn de geheimzinnige mistige contouren van de dageraad en er is de schemering als de avond valt. De natuurlijke overgang tussen dag en nacht is gradueel en vredig. Zo zijn ook land en zeer geen scherp verdeelde grootheden. Er zijn overgangen van land naar zee, van vasteland naar water, zoals de getijden van eb en vloed, of de fluïditeit van moerassige gebieden. Bij levende wezens zien we vergelijkbare patronen. Er zijn levende wezens zoals koralen, die qua eigenschappen ergens tussen de categorieën van plant en dier in vallen. De onderscheidingen uit Genesis 1 zetten slechts globale parameters uit voor de natuurlijke wereld in al haar diversiteit. De complexiteit en schoonheid van de natuurlijke wereld kan op geen enkele manier in detail worden weergegeven. Zo is gender ook een facet van natuurlijke variatie die de Schepper als een kenmerk in het leven heeft gelegd. Mannelijk en vrouwelijk zijn twee categorieën van mens-zijn, maar niet exclusief en niet als hokjes die de individuele expressie begrenzen. Zoals bij dag en nacht, land en zee, plant en dier zijn ook mannelijk en vrouwelijk slechts omschrijvingen van extremen, die overgangsgebieden, vloeiende tussenruimtes markeren waarin, in een fascinerende rijkdom, aspecten van beide elementen gecombineerd worden … Goddelijke scheppingskunst heeft bijzondere patronen gewezen in de schepselen, zoals de transgender- en de intersekseconditie. En God noemde het goed. Vanuit dat begin mag ieder mens op reis gaan om co-creatief gehoor te geven aan een unieke roeping.
Het boek bevat ook treurigstemmende passages: ‘Hij citeerde het Oude Testament voor me: “Een vrouw zal geen mansklederen dragen, noch zal een man vrouwenklederen dragen.” Ik legde hem uit dat ik geen man was. Hij zei: “In de ogen van de Heer ben je dat wel en zul je het altijd blijven.” Geen empathie, geen aandacht voor de levenslange pijn van een jongen die altijd geweten heeft dat hij een meisje was, alleen wettisch ge-orakel’ (blz. 176).
Tegen deze achtergrond kan ik billijken dat de exegese in dit boek soms defensief is, met als gevolg dat de auteurs zichzelf weleens verliezen in een biblicistische hermeneutiek zoals die door hun aanvallers wordt gebezigd. Dat zijn pijnlijke stukken. Bijbellezen wordt dan een oefening in zelfverdediging in plaats van een oefening in zelfverstaan. Ik gun trans*personen en de hele lhbt+gemeenschap een vrijmoedige lezing van de Schrift.
Heleen Zorgdrager. Jolanda Molenaar, Wielie Elhorst en Carl Buijs (red.), Wondermooi, zoals U mij gemaakt hebt. Handreiking voor gelovige transgender personen en werkers in de kerk, Utrecht 2019
drs. Klaas Touwen