- Versie
- Downloaden 24
- Bestandsgrootte 274.49 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 27 juli 2019
- Laatst geüpdatet 8 december 2020
Homiletische hulplijnen 47
Een uitnodigende houding
In onze cultuur wordt ‘nabijheid’ overgewaardeerd. De koning moet toegankelijk zijn en ‘dicht bij de mensen’ staan. In kerkelijke contactadvertenties en bij burgemeestersverkiezingen wordt de gezochte pastor/burgemeester verondersteld allereerst te beschikken over een ‘warme persoonlijkheid’. Waarden als ambt en professionaliteit treden terug. De persoonlijke dimensie moet het doen, wellicht dat een mediatraining soulaas kan bieden.
Bijgevolg dient ook in de prediking zich een ander paradigma aan. De protestante predikant valt niet langer samen met de geleerde die zich hult in zijn zwarte academische toga met baret. Veel dominees dragen inmiddels een lichte gebedsmantel met stola. Maar ondertussen doet zich alweer een nieuwe ontwikkeling voor waarin het ambtsgewaad is ingewisseld voor het burgermanspak: een nette broek met jasje, zonder das.
De katholieke predikant draagt zijn/haar overall nog wel, maar mentaal doet die paradigmawijziging zich evengoed bij de pastor voor. De voorganger wordt presentator, quizmaster, weerman. Op de televisie zitten onze voorbeelden veelal niet meer aan een tafel of bureau, ze staan niet achter een lezenaar, maar lopen heen en weer. En vooral: zij bewegen zich richting publiek. Dat is ook wat in allerlei cursussen de predikant voor ogen wordt gesteld: ‘Net als in de film, ik wil het...’
Maar er zijn meer mogelijkheden om de afstand te verkleinen dan dat de predikant per se een stap naar voren doet. Echte betrokkenheid is niet afhankelijk van de locatie, maar van hoe je contact maakt en communiceert. De sterke beweging naar voren, doet mensen menigmaal veeleer achteruitwijken, terugdeinzen.
Ook staande achter de ambo of op de kansel vindt die sterke beweging naar voren soms plaats, namelijk als de predikant de schriftlezing of de preek met een grote vaart zijn gehoor in slingert. Met teveel kracht. Hij komt zijn gehoor te na, hij doet met hen. Zijn gehoor doet psychologisch daarop een stap terug. Hun lichaamstaal is ernaar.
In coaching en feedback laat ik in zo’n geval het gehoor wel eens àchter de predikant plaatsnemen, zodat hij zich met hen te verhouden heeft zonder hen te zien. Dan draagt hij de boodschap niet met verve uit, maar houdt ‘ruggespraak’ met hen. De beweging naar voren wordt gecorrigeerd tot een meer evenwichtige relatie.
Het geheim van preken en het luisteren ernaar zit misschien wel in de tegenovergestelde beweging: dat niet de predikant op zijn gehoor afstuift – dat daarmee verwordt tot zijn publiek –, maar dat zij zich tot hem richten – om samen een geloofsgemeenschap zijn.
Dat vraagt om een uitnodigende houding: dat je door rust, stilte en gebaar, met stem en concentratie de aandacht brengt bij jou, althans bij de inhoud van wat je te zeggen hebt gekregen. Het concentratiepunt is die vierkante meter waar jij in alle bescheidenheid staat! Het paradigma is dan niet dat van de conferencier maar van de toneelspeler die een klassieke rol speelt. En het verschil met het theater is: wij spelen coram Deo onszelf.
Klaas Touwen
LOGO
Ontleend aan ‘de mystieke molen’, sculptuur basiliek Sainte-Marie-Madeleine,
Vézelay, die de samenhang verzinnebeeldt tussen Oude en Nieuwe Testament.
Mozes werpt tarwe in de molen, Paulus vangt het meel op.