Hemelvaart, 9-5-2024

[featured_image]
Downloaden
Download is available until [expire_date]
  • Versie
  • Downloaden 0
  • Bestandsgrootte 350.76 KB
  • Aantal bestanden 1
  • Datum plaatsing 7 april 2024
  • Laatst geüpdatet 7 april 2024

Hemelvaart, 9-5-2024

9 mei 2024
Hemelvaart van de Heer

Lezingen: Hand. 1,1-11; Ps. 47; Ef. 1,17-23; Mar. 16,15-20 (B-jaar)

  

Inleiding

            Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt,
            zullen jullie kracht ontvangen
            om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria,
            tot aan de uiteinden van de aarde.
            Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen
            omhoog geheven en opgenomen in een wolk,
            zodat ze Hem niet meer zagen.
            [Hand. 1,8v]

Handelingen 1,1-14
De evangelist Lucas begint zijn tweede boek (Hand.) met een korte samenvatting van zijn eerste boek (Luc.). Ook dit tweede werk draagt Lucas op aan Theo-filos, waarschijnlijk een collectieve benaming voor het door God beminde volk, een gemeente van Joden- en heidenchristenen die het woord van God aanvaarden (Luc. 1,1-4).
In zijn eerste boek vertelt Lucas over alles wat Jezus, een profeet krachtig in daad en woord (Luc. 24,19), gedaan en gelernt heeft, vanaf de doop door Johannes (Luc. 3,21v) tot en met zijn tenhemelopneming (Luc. 24,50-53; vgl. Hand. 1,1-22).
Lucas herhaalt in zijn tweede boek het slot van zijn eerste boek, maar legt andere accenten. In Lucas 24 laat hij de opstanding en tenhemelopneming op de eerste dag van de week geschieden; in Handelingen neemt hij hiervoor veertig dagen de tijd. Zoals Mozes veertig dagen met de Barmhartige Tora lernt voordat hij het volk kan voorgaan op de weg naar het veelbelovende land (Ex. 24,18; 31,18), zo lernen de apostelen veertig dagen met Opgewekte, de Levende, over het koninkrijk van God voordat Hij hen als getuige van de opstanding de wereld in zal zenden (Luc. 24,44-49).
Tijdens deze gevulde tijd – veertig dagen – laat Jezus de apostelen ervaren dat Hij na zijn lijden en dood door de Getrouwe is opgewekt ten leven; daarom eet Hij met hen. De gemeenschap met zijn weggelopen leerlingen is hersteld (Luc. 24,13-35. 36-49). Behalve de toerusting die Jezus aan hen geeft aan de hand van Mozes en de Profeten (Luc. 24,27.44), zal de Vader zijn belofte waarmaken en hen toerusten met de heilige Geest (Hand. 1,4v; Luc. 24,49). Over het tijdstip van het herstel van het koninkrijk voor Israël hoeven zij zich geen zorgen te maken. In zijn volmacht zal de Vader er voor zorgen, op zijn tijd, dat de verstrooiden van Israël thuis zullen komen en dat hun gebed gehoord wordt: ‘Blaas de grote bazuin voor onze vrijheid en steek op het teken voor de inzameling van onze ballingen en zamel ons tezamen in uit de vier hoeken der aarde. Gezegend Gij, Getrouwe, die inzamelt de verstrooiden van zijn volk Israël’ (Achttiengebed x; Jer. 16,15; Hos. 11,11; Hand. 1,6v).
Voor het herstel van dit koninkrijk heeft Jezus zijn apostelen nodig. Als nieuwe dienstknechten worden zij geroepen om Gods getuige te zijn (Jes. 43,10-13), Israël te verzamelen en een licht voor de heidenvolken te zijn: ‘Hij zei: Dat je mijn dienaar bent om de stammen van Jakob op te richten en de overlevenden van Israël terug te brengen, dat is nog maar het begin. Ik zal je maken tot een licht voor alle volken, opdat de redding die Ik brengen zal tot aan de einden der aarde reikt’ (Jes. 49,6).
Jezus geeft aan hen de opdracht om, toegerust met de heilige Geest en met kracht, zijn ‘getuigen te zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde’ (1,8; Luc. 24,46-49).
Dit programma ontvouwt Lucas in zijn evangelie van de Geest (= Handelingen). Nota bene: het eerste en het laatste woord dat Lucas Jezus laat spreken gaat over de Vader (Luc. 2,49; Hand. 1,7v).
Na deze opdracht wordt Jezus zoals Henoch (Gen. 5,22vv; Sir. 44,16) en Elia (2 Kon. 2,11; Sir. 48,1-11) door God omhooggeheven en onttrekt een wolk hem aan het gezicht. Hij zit voortaan verhoogd aan Gods rechterhand. Door de wolk wordt de ten hemel opgenomen Heer verhuld maar ook onthuld. De wolk is immers een teken van Gods nabijheid (Ex. 13,21v; 14,24; 19,16-20). De ten hemel opneming is niet de definitieve verdwijning van de Heer, maar zijn laatste verschijning: vanuit de wolk blijft Hij zijn leerlingen nabij en voorgaan. (1,9; Luc. 24,50v).
Terwijl de leerlingen naar de hemel staren, worden zij aangesproken door twee mannen in witte kleren (1,10v; Luc. 24,4). Deze twee getuigen van de opstanding maken aan deze Galileeërs duidelijk dat hun opdracht niet in de hemel is, maar op aarde (Deut. 30,11-20; Luc. 24,4-7; 1,8) en dat zij zojuist de wolk hebben gezien die een teken is van de wederkomst van de Heer (Dan. 7,13).
Levend vanuit de verwachting van deze wederkomst (Mal 3,23v) gaan de apostelen terug naar de aarde, eerst naar het bovenvertrek in Jeruzalem, om daar trouw en eensgezind te bidden, samen met de andere leerlingen en de familie van Jezus. Later, na de toerusting door de Geest (Hand. 2), gaan zij op weg als getuigen tot het einde van de aarde terwijl de Opgewekte Heer hen voorgaat (1,10-14; Luc. 24,52v3).

Zie: H.M.J. Janssen OFM, ‘Petrus de verkondiger’ (Handelingen 1,1–6,7), in: Henk Janssen & Klaas Touwen (red.), Steenrots en struikelblok, Vught 2017, 60-73

Lezing uit de brieven: Efeziërs 1,17-23
Zie: R. Hoet, ‘De brief aan de Efeziërs. Opbouwwerk’, in: Henk Janssen & Klaas Touwen (red.), In naam van Paulus, Vught 2015, 47-53

Evangelielezing: Marcus 16,9-20
Op het feest van de tenhemelopneming van de Heer klinkt het slot van het Evangelie volgens Marcus.
Het oorspronkelijke slot van het Marcusevangelie luidt: ‘Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden.’ (Mar. 16,8).
Een ander slot luidt: Alles wat hun opgedragen was, meldden zij in het kort aan de kring rond Petrus. Daarna stuurde Jezus zelf zijn leerlingen eropuit om van het oosten tot het westen de heilige en onvergankelijke boodschap van de eeuwige verlossing te verkondigen. Amen (zie de voetnoot bij de NBV).
Gaandeweg is in de Marcusgemeente het huidige slot ontstaan aan de hand van de andere evangelies.

In het Evangelie volgens Marcus is er vier keer sprake van diaconie/dienen. Diaconie betekent: in dienstbaarheid recht doen aan de ander, zodat deze zich kan ontplooien en aan zijn opdracht kan beantwoorden. In de woestijn dienen engelen (1,13) Jezus. Na haar genezing dient de schoonmoeder van Simon Jezus en zijn leerlingen (1,31). Op weg naar Jeruzalem (10,32) zegt Jezus tegen zijn leerlingen: Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen (10,45). Bij de kruisiging kijken vrouwen toe die Jezus volgden en dienden (15,41).
Uit het evangelie volgens Marcus blijkt dat Jezus is gekomen om te dienen. De Gezegende die komt in de Naam van jhwh, de Barmhartige (11,9), brengt als diaken Gods blijde boodschap metterdaad aan het licht door te dienen en met zijn leven in te staan voor allen (15,37vv). Heeft Jezus dit dienen geleerd van de engelen, de schoonmoeder van Simon en van de andere vrouwen? Dankzij dit vroedvrouwenwerk komen mensen tot hun recht, tot leven.
In het leven en in het dienend optreden van Jezus is Gods blijde boodschap opnieuw aan het licht gekomen. Hij verkondigt metterdaad de heerschappij van God, die vrede, het goede en bevrijding voor alle mensen beoogt (Jes. 52,7-10; Mar. 1,14v). Na zijn opstanding verschijnt Jezus aan Maria van Magdala, die zo de eerste kroongetuige wordt, apostola apostolorum (‘Het staat vast dat de Verlosser haar erg goed kent en daarom meer van haar hield dan van ons!’ Het Evangelie naar Maria). Jezus verschijnt daarna aan de Emmaüsgangers (Luc. 24,13) en ten slotte aan de elf leerlingen.
Nadat Hij hen verweten heeft dat zij halsstarrig zijn, omdat zij geen geloof hadden geschonken aan degenen die Hem hadden gezien nadat Hij uit de dood was opgewekt (16,14), roept Hij hen toch (terug) om zijn getuige te zijn!
Voordat Jezus door de Getrouwe ten hemel wordt opgenomen (16,19) geeft de Opgewekte Heer aan zijn leerlingen de opdracht om zijn werk voort te zetten: het verkondigen van de blijde boodschap zoals deze in zijn dienend leven, sterven en verrijzen gestalte heeft gekregen. Volgens Marcus geeft Jezus na zijn opstanding in Jeruzalem aan de elf de opdracht om heel de wereld door te trekken en aan elk schepsel de goede boodschap te verkondigen. Wie zich toevertrouwen aan deze boodschap en zich laten dopen worden bevrijd, wie dit niet doen worden veroordeeld (16,15v). In hen die gaan geloven komen de tekenen van Gods heerschappij volop aan het licht: demonen worden uitgedreven, zieken worden genezen (16,17v). Zittend aan de rechterhand van God werkt de Heer samen met zijn rondtrekkende leerlingen, zodat het woord vrucht draagt (16,19v).

Ga met ons uw wegen,
            zend ons uit tot zegen,
            zend ons uit met goed bericht:
            heel de schepping in uw licht.
            [Andries Govaart]

Literatuur
D. van den Akker SJ, Ga anders denken, Jezus leren kennen door de bril van Markus, Berne 2020
Het Evangelie naar Maria, Kampen 1986
G.P. Freeman & H. Janssen OFM, Handelingen van de Apostelen. Wereldwijd, in: De Bijbel spiritueel, Zoetermeer 2004, 607-614
A. Govaart, De weg die je goeddoet, Middelburg 2022, 152/3
B. Hemelsoet & K. Touwen, Handelingen. Lucas ten tweeden male, Zoetermeer 1997
J. Smit, Het verhaal van Marcus, KBS 2011

 

Preekvoorbeeld

We mogen ons nu laten raken door het verhaal over onzekere leerlingen die wachten op Gods Geest. Ook in ons leven zien we oude zekerheden afbrokkelen en de nieuwe zijn nog niet zichtbaar. Misschien is dat herkenbaar?
In het evangelie toont Jezus vertrouwen in de kracht van zijn leerlingen. Hij zendt hen uit om zijn werk voort te zetten over de hele wereld. Laten we vandaag bidden en zingen om de moed om dat te doen.

Als hulpmiddel een eigen foto van een reliëf uit het Santo Domingo de Silos.

 ‘Jullie zullen kracht ontvangen om mijn getuigen te zijn’, dat is de kern van lezingen van vandaag.
 Lucas vertelt in zijn tweede boek de Handelingen van de apostelen hoe Jezus, de Levende, de Opgewekte, in de veertig dagen tot zijn tenhemelopneming zijn leerlingen leert hoe ze zijn getuigen kunnen zijn. Hoe ze het dienend optreden van Jezus en zijn geestkracht kunnen doorzetten.
            En wij? Krijgen ook wij de kracht om getuigen te zijn van zijn geloof en levensstijl? Kunnen we dat? Durven we dat?
Je doet het al door hier samen te komen voor het verhaal van God met de mensen.
Je doet het al door aandacht te geven aan mensen en present te zijn bij hen.
Hebben we echt die kracht in ons om de weg van Jezus te gaan?

Ik vond een bemoediging in het werk van een monnik, beeldhouwer uit het Klooster Santo Domingo de Silos in Spanje op de weg naar Santiago. Deze monnik beeldt zijn geloof in Jezus uit op een reliëf over Hemelvaart. De beeldhouwer probeert het onzichtbare zichtbaar te maken…
            Als een gordijn dat dichtgetrokken wordt beginnen twee engelen met wijd gespreide vleugels een gewelfde wolk dicht te vouwen. Het hoofd van Christus komt nog net boven de wolk uit. Maar hij zal verdwijnen, de brede plooien van de wolken waarachter hij schuil zal gaan, worden steeds fijner en duiden de grote afstand aan: Hij gaat naar de hemelen…
De beeldhouwer van Silos kent de Schriften goed: de Hemelvaart betekent niet alleen een opstijgen, een verandering van plaats, maar ook een omvorming van Jezus door zijn binnengaan in de glorie van God.
Het gelaat van Jezus heeft al de trekken van Christus de Heer, zijn gezicht straalt vrede uit. Vaak zie je Jezus’ gelaat uitgeput door lijden, maar in dit gelaat is mystieke vrede.

Jezus’ hemelvaart is een omvorming. Dat zegt iets over onze eigen hemelvaart. Als wij naar de hemel gaan worden ook wij omgevormd, we weten niet hoe dat zal zijn, maar wij hopen dat we deel krijgen aan Gods glorie, aan Gods vrede.
            Onder de wolk staan dertien personen. Maria en Johannes staan op de tweede rij: Johannes houdt het kleed van Maria vast, hij voelt zich verantwoordelijk voor haar. Naast Johannes staat Paulus, herkenbaar aan de rimpels in zijn voorhoofd.
Naast Maria staat Petrus, die de sleutel stevig vasthoudt.
De apostelen kijken allemaal omhoog, in een soort extase, maar tegelijk heeft de beeldhouwer hun voeten in beweging gezet.
Die voeten zijn belangrijk op deze voorstelling: Het hogere vanuit God blijft verbonden met de aarde! Grond onder onze voeten!
Onze blik wordt omhooggetrokken naar het gelaat van Christus, al kijkend kunnen we Jezus’ onzichtbare aanwezigheid en hulp voelen.

Beste medegelovigen, ik hoop dat deze viering ons bemoedigt om werkelijk te vertrouwen op Jezus hulp. Ook al maken we fouten, ook al zijn we maar eenvoudige mensen, we krijgen geestkracht om te bidden en te zingen en om mensen te helpen. Onze voeten kunnen de weg van Jezus gaan!
De boodschap van de twee mannen in witte gewaden geldt ook voor ons:
Wat sta je naar de hemel te kijken? Probeer hier en nu goed te zijn voor anderen net als Jezus. Dat is precies wat onze gebroken wereld nodig heeft.
Als je het moeilijk vindt om te geloven en om voor je geloof uit te komen. dan kan ik dat begrijpen. Sommige mensen vinden geloven in Gods liefde achterhaald en naïef. De leerlingen van Jezus hebben dat ook zelf meegemaakt. Nadat hij was weggevallen zaten ze daar samen in een vijandige wereld en ze twijfelden aan zijn beloften. Eenzaamheid overviel hen. Maar dan komt hij in hun midden en versterkt hun vertrouwen. Ze leren het gemis van hun geliefde Jezus te accepteren. Ook al wordt hij ten hemel opgenomen toch gaan ze op weg om met daden van liefde het goede bericht te vertellen dat Gods liefde mogelijk is. Vandaag gaan straat- en buurtpastores en vrijwilligers in inloophuizen en bezoekwerk erop uit om te luisteren naar wat mensen op hun hart hebben. Deze mensen lopen niet te koop met hun geloof, maar ze hebben wel aandacht voor anderen en ze proberen trouw te blijven aan degenen die op hun weg komt. Ze zijn present gedreven door de geest van Jezus. Mogen ook wij ons gezonden weten om tot zegen te zijn.

inleiding Henk Janssen OFM
preekvoorbeeld drs. Paulus van Mansfeld