Heilige Familie, C jaar, 29-12-2024

By 26 september 2024 No Comments
[featured_image]
Downloaden
Download is available until [expire_date]
  • Versie
  • Downloaden 5
  • Bestandsgrootte 185.11 KB
  • Aantal bestanden 1
  • Datum plaatsing 26 september 2024
  • Laatst geüpdatet 26 september 2024

Heilige Familie, C jaar, 29-12-2024

29 december 2024
Heilige Familie

Lezingen: 1 Sam. 1,20-22.24-28; Ps. 84; 1 Joh. 3,1-2.21-24; Luc. 2,41-52

 

Inleiding

Het feest van de Heilige Familie is van vrij recente datum en werd pas in 1921 voor de gehele kerk verplicht gesteld, ogenschijnlijk met de bedoeling om het ideaal van het christelijk gezinsleven een bijbels fundament te verschaffen. Nu is het maar de vraag of met name de evangelielezing voor deze dag daar wel zo veel aan bijdraagt...
Hier wordt misschien toch teveel de omgekeerde weg bewandeld: éérst wordt er gekozen voor het propageren van een nastrevenswaardig ideaal, en daar worden vervolgens bijbelteksten bij gezocht. Het gevaar is niet denkbeeldig dat men op deze wijze de Schrift teveel laat buikspreken. Misschien doen we er daarom beter aan om de Schriftteksten maar tot ons te laten komen op grond van de eigen zeggingskracht en niet door de bril van een in meer of mindere mate gelukkig gekozen thema voor deze dag. Wat ons er overigens niet van hoeft te weerhouden om op deze laatste zondag van het kalenderjaar eens stil te staan bij de waarde van het gezins- en familieleven. We leven immers in een tijd waarin die waarde voor een niet onaanzienlijk deel zijn vanzelfsprekendheid heeft verloren. We horen net iets te vaak over gebroken gezinnen, we vernemen met enige regelmaat berichten over het uiteenvallen van familieverbanden. Is het gezin nog wel de ‘hoeksteen van de samenleving’ zoals jaren geleden door een politieke partij geregeld naar voren werd gebracht...?

Ensemble van lezingen
Ondertussen mag wel opgemerkt worden dat de eerste lezing en de evangelielezing beslist een veelzeggende combinatie van teksten vormen. Zoals de kleine Samuël naar het heiligdom van de Heer in Silo gebracht wordt om hem aan God toe te wijden, zo komt Jezus naar de tempel in Jeruzalem waar Zijn toewijding aan de hemelse Vader niemand kan ontgaan… Zo staat het jonge leven van zowel Samuël als van Jezus in het teken van de relatie met God: beiden zijn op hun eigen manier bij Hem ‘kind aan huis…’ Passend in dit verband is dan ook de keuze van Psalm 84 voor deze dag, de Psalm die zo lyrisch is over het vertoeven in het huis van de Heer…

Afsluiting en opmaat
De evangelieperikoop voor deze dag vervult een soort scharnierfunctie tussen de inleidende verhalen in de eerste twee hoofdstukken en het eigenlijke evangelie waarvan in het derde hoofdstuk het begin gemarkeerd wordt door het optreden van Johannes de Doper en de doop van Jezus in de Jordaan. Lucas 3 begint in feite waar Marcus 1 direct al mee opende. Anders geformuleerd: het verhaal van de twaalfjarige Jezus in de tempel vormt de afsluiting van het kindheidsverhaal (Luc. 1–2), maar is evenzeer de opmaat voor de Gesamtbotschaft over het verhaal van Jezus’ openbare optreden.

Enkele tekstgegevens die daarvoor aangevoerd kunnen worden:
(1) de reis vanuit Nazaret in Galilea naar de tempel in Jeruzalem tegen de achtergrond van het grote reisverhaal in dit evangelie: 9,51 – 19,28.37.41.45;
(2) het eerste gesprek met de leraren in de tempel en hun verwondering over de antwoorden die Hij aan hen geeft tegen de achtergrond van de latere twistgesprekken en de confrontaties met de religieuze autoriteiten;
(3) de spanning in loyaliteit tussen enerzijds familiebanden en anderzijds de zaak van God en Zijn koninkrijk (vgl. Luc. 8,19v);
(4) de reactie van onbegrip door Jozef en Maria op het antwoord dat Jezus hen geeft als verwijzing naar het latere onbegrip van met name zijn leerlingen (bijv. 18,34);
(5) Jezus’ trouw aan de Tora door zijn vader en moeder te gehoorzamen als bewijs voor zijn religieuze oriëntatie als volwassen man en
(6) tenslotte de duidelijk christologische thematiek die in dit korte verhaal aan de orde is (Jezus die God hier ‘mijn Vader’ noemt – het zijn in dit evangelie de allereerste woorden die Jezus zelf spreekt).

Het is eigenlijk heel knap hoe Lucas in dit evangeliegedeelte als het ware ‘preludeert’ op wat hij later in zijn evangelie over Jezus nog naar voren zal brengen. Maar ook de zeer nauwe aansluiting bij wat aan het verhaal vooraf gaat kan eigenlijk niemand ontgaan. De jaarlijkse pelgrimage naar Jeruzalem was een religieus voorschrift waar Jozef en Maria zich aan hielden, zoals eerder ook verteld werd over andere voorschriften (2,21.22.23.24.27.39). Blijkbaar is Lucas er veel aan gelegen om duidelijk te maken in wat voor ‘geestelijk klimaat’ Jezus opgroeit.

Plaats van handeling
Het verhaal over de twaalfjarige Jezus in de tempel is het enige canonieke verhaal over de jeugdjaren van Jezus. In het zogeheten kindheidsevangelie van Tomas, een pseudepigraaf uit de eerste helft van de tweede eeuw, komt het overigens in iets andere vorm ook wel voor. Op grond van de inbedding in het evangelie zal duidelijk zijn waarom Lucas het in zijn relaas opgenomen heeft: het heeft duidelijk iets programmatisch.

Laten we in dat verband nu ook eens stilstaan bij de tempel als plaats van handeling. Realiseren we ons dat het evangelie van Lucas zowel begint als eindigt bij de tempel in Jeruzalem. Het is Zacharias die er een verschijning van een engel heeft en dan te horen krijgt dat zijn vrouw Elisabet een zoon zal krijgen. Aan het slot van het evangelie, na de opstanding van Jezus uit de dood, keren de leerlingen vanuit Betanië terug naar Jeruzalem ‘waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden’ (24,53). Bovendien lezen we in 19,47: ‘Dagelijks gaf Hij in de tempel onderricht.’ Zou het dan puur toeval zijn dat het allereerste bericht in dit evangelie over wat Jezus zegt én doet eveneens in de tempel van Jeruzalem gesitueerd wordt? Het is mídden in het hart van het joodse leven! Jezus zit daar te midden van de leraren als een kleine Schriftgeleerde. Hij luistert, stelt vragen, geeft antwoorden, reageert op wat gezegd wordt... Dat is lernen. Denk in dit verband ook aan de beroemde woorden van rabbi Chanina in de Babylonische Talmoed: ‘Veel heb ik van mijn leraren geleerd, meer nog dan van mijn leraren heb ik van mijn collega’s geleerd, maar het allermeeste heb ik van mijn leerlingen geleerd’ (Ta’aniet 7:1).

Ook ontstaat er verwondering over wat Jezus te zeggen heeft. Een fascinerend portret dat hier van de twaalfjarige Jezus getekend wordt, op een leeftijd dat Hij zijn Bar Mitzvah (Zoon van de Opdracht) nog niet heeft gedaan, aangezien dat meestal op de leeftijd van 13 jaar gebeurde. Dan ben je religieus volwassen en neemt een joodse jongen het ‘juk van de Tora’ op zich.
Vóór die belangrijke gebeurtenis had elke joodse vader de opdracht om zijn zoon daar actief op voor te bereiden. Vanaf de leeftijd van 13 jaar werd een joodse jongen als religieus volwassen beschouwd, maar hier in het evangelie lijkt geanticipeerd te worden op Jezus’ volwassen status en op het neerdalen van de heilige Geest bij gelegenheid van zijn doop in de Jordaan (3,22). Hij houdt zich nu reeds bezig ‘met de dingen van mijn Vader’ (tois tou patros) zoals de woorden in 2,49 waarschijnlijk het beste vertaald kunnen worden (en niet met: ‘in het huis van mijn Vader’ zoals bijvoorbeeld het geval is in de Willibrordvertaling van 1975 maar opvallend genoeg evenzeer in de NBV21).
De vertaling ‘huis’ hier op déze plaats (de brontaal zegt toch écht wat anders!) staat ook wel op gespannen voet met de latere kritische opstelling van Jezus ten opzicht van de tempel (denk bijv. aan 19,45v). Jezus zal zijn eigen weg gaan en dat is de weg die de Vader met Hem voorheeft.
Denk in dit verband alleen maar aan Lucas 22,42: ‘…laat niet mijn wil gebeuren maar die van U. ‘Hij schikte zich naar zijn ouders, zo sluit het verhaal af. Dat is treffend vertaald, beter dan: ‘Hij was hen onderdanig.’ Want zoals het verhaal begon, zo eindigt het ook. Het bezig zijn met de dingen van de Vader staat zowel voor de ouders centraal (ze trokken elk jaar als Tora-getrouwe mensen voor het Paasfeest naar Jeruzalem) als voor Jezus zelf. De ‘gehoorzaamheid’ van Jezus verwijst zodoende primair naar het Sjema Jisrael van Deuteronomium 6,4: ‘Hoor Israël!’

Imperatief
Verontrust en ontzet is Maria over de verdwijning van Jezus bij het vertrek uit Jeruzalem. Wanneer Hij na drie dagen (!) teruggevonden wordt, spreekt ze Hem er op aan vanuit haar menselijk gevoel. Op twee manieren pareert Jezus haar verontrusting. Terwijl Maria sprak over ‘je vader en ik’ heeft Jezus het over een andere relatie die bepalend is voor Hem, zijn relatie met de hemelse Vader. En Hij spreekt over wat voor hem noodzakelijk is: ‘Wisten jullie niet dat Ik bij mijn Vader moest zijn?’ (2,49b).
Het Griekse woordje dei (letterlijk: het is noodzakelijk) wordt in dit evangelie meer dan eens door Jezus gebruikt om zijn verplichting jegens God respectievelijk de vervulling van de Schriften aan te duiden. Vaak staat deze imperatief op gespannen voet met wat anderen van hem verwachten. Jezus is zich bewust van de opdracht die hij heeft ontvangen en deze opdracht moet hij volbrengen. Enkele treffende voorbeelden uit Lucas: de menigte wil dat Jezus bij hen blijft, maar hij moet het goede nieuws van het koninkrijk ook in andere steden verkondigen (4,43); de Mensenzoon moet veel lijden en verworpen worden en ter dood gebracht maar hij zal opstaan op de derde dag (9,22; zie ook 13,33; 17,25; 24,7.26); Jezus moet in het huis van Zacheüs verblijven en tenslotte: Jezus moet de Schriften vervullen (22,37; 24,44).

Literatuur
https://www.earlychristianwritings.com/infancythomas.html


Preekvoorbeeld

Op de zondag tussen Kerst en de Jaarwisseling wordt sinds het Tweede Vaticaanse Concilie
(1962-1965) het feest gevierd van de H. Familie. We staan voor de drempel van het Nieuwe jaar met de viering van het Kerstfeest nog duidelijk in ons geheugen.
Voor de één een prachtavond/dag van samenzijn met gezin, familie, vrienden, voor de ander dagen waarop verbondenheid juist zo gemist wordt en je opgelucht uitkijkt naar de normale tijd na de feestdagen. Kortom: dagen waarop de betekenis van gezin heel gevarieerd wordt ingevuld en ervaren. Het beeld van het vertrouwde gezin van decennia geleden is immers radicaal gewijzigd.

Gezinnen met kinderen al dan niet binnen een huwelijksverband. Eenouder- en meeroudergezinnen en samengestelde gezinnen met kinderen uit een eerdere relatie. Het traditionele gezin heeft zijn vanzelfsprekendheid verloren. Naast het vele mooie is er ook vaak sprake van crises, van gebroken gezinnen. Het uiteenvallen van familiebanden met alle triestheid die dat met zich meebrengt, vooral wanneer er heel jonge kinderen in het spel zijn. Pijn die diep gevoeld wordt wanneer het ideaal niet meer bereikbaar is. Wanneer het er zijn voor elkaar niet meer kan worden waar gemaakt, zoals ooit bedoeld.

De aandacht voor de duizenden kinderen in Nederland, die in armoede leven, niet meer thuis kunnen wonen, uit huis geplaatst vaak mishandeld of soms met hun moeder dakloos.
Dan besef je pas goed wat het betekent welke rijkdom het is geboren te worden en op te groeien in een gezin, waar een volhoudende liefde de basis is die allen draagt.

Een liefde die weet heeft van tegenslagen en van verwachtingen die niet uitkomen, die weet heeft van licht en schaduwkanten, maar die het toch houdt. En dat wanneer het een ander niet gegeven is eerder terughoudendheid past dan een oordeel.

Vandaag vieren we dan het feest van de H. Familie en horen we bijbelteksten uit een heel andere cultuur dan de hedendaagse.
Wat betekenen ze voor ons gezinsleven, waarvan we merken dat daar steeds opnieuw een andere soms complexere invulling aan wordt gegeven? Kunnen ze ons misschien wegwijzers bieden als we zoeken naar wat hoe dan ook wezenlijk is wat hoe dan ook telt?

Kijkend naar het verhaal van de moeder van de jonge Samuël. Hanna een vrouw die zich ten diepste bewust is dat het leven een geschenk van God is. Zij verbindt dat met Silo de plaats waar de heilige Ark werd bewaard. De plek waar je als gelovige Gods aanwezigheid en nabijheid heel bijzonder mocht ervaren. Uit dankbaarheid staat zij Samuël af om in dienst te kunnen zijn van die Goddelijke nabijheid. In zijn latere leven zal hij daar profetisch van blijven getuigen. Is dit wellicht een wegwijzer om in onze gezinnen de vraag te stellen in hoeverre wij nog voldoende oog en oor hebben voor het geschonken leven, waarbij Gods nabijheid niet ontbreekt? Een Nabijheid die ons draagt, ons bemoedigt en ons niet in de steek laat bij pijn en tegenslag. Hoe moeilijk we dat ook soms vinden.

Het evangelie van deze dag getuigt eveneens van de kern van het leven waar het Jezus om gaat. Jezus gaat vanuit de oude joodse traditie trouw naar de tempel in Jeruzalem. Kennelijk is Jezus al heel jong geïnteresseerd in de rabbijnse discussies in de tempel. Hij valt op door de vragen die hij stelt en hoe hij bij de discussies betrokken is.

Het verhaal laat ons zien dat Jezus zijn eigen weg gaat, onafhankelijk van zijn ouders.
Dat Jezus leeft vanuit een Geheim, vanuit het mysterie van het Leven met een hoofdletter.
Het mysterie dat hij aanduidt als zijn Vader, eveneens met een hoofdletter. Vandaar uit leeft hij, laat hij zich inspireren, en dat overstijgt de banden van de bloedverwantschap. Dát draagt Jezus tijdens zijn leven steeds uit. Vandaag laat het evangeliewoord ons weten dat deze houding Jezus kenmerkt vanaf zijn vroegste jeugd. Vandaar de woorden: ‘waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Hiermee geeft Jezus eigenlijk zijn diepste oorsprong aan, van waaruit hij leeft. Dat is zijn eigenlijke thuis. Jezus kleurt op zijn manier Gods nabijheid en aanwezigheid in die in het Heilige der heiligen in Jeruzalems tempel wordt geëerd. En hij doet dat door te laten zien dat God voor ons geen verre God is maar juist aanwezig in en voor allen die kwetsbaar zijn in welke vorm dan ook. En wie van ons is dat niet?

Jezus gaat uitdrukkelijk aan de kant staan van hen die Johannes vragen om gedoopt te worden Zij zijn de kwetsbaren van die dagen.
Op deze manier worden wij uitgenodigd bij alle veranderingen die wij binnen het gezinsleven kunnen meemaken, voor ogen te houden ‘waar gaat het nu echt om in ons leven, wat telt ten diepste’.

Welke waarden willen we hooghouden? Durven leven vanuit de kern van je bestaan.
Wanneer je daar als ouders en kinderen dienstbaar aan kunt zijn, dan komt het ‘er zijn voor elkaar’ echt tot zijn recht.
Dan geef je diepgang aan je leven. Maria laat in haar leven zien wat dat voor haar betekent. Ze kende de vertwijfeling maar blijft dienstbaar aan de levenswijze en de inspiratie die van Jezus uitgaat, zoals we elders in het evangelie horen: ‘aan armen, de kwetsbaren wordt het goede nieuws verteld, gevangenen mogen vrijlating ervaren, blinden licht in hun ogen en wat als het kwade wordt geduid mag geen toekomst hebben.’

Het blijft een ideaal, een visioen bijna, dat kinderen mogen opgroeien en in wijsheid toenemen, en zo ook steeds meer in de gunst komen bij God en de mensen. Moge het zo zijn.

inleiding drs. Harry Tacken
preekvoorbeeld drs. John Rademakers