- Versie
- Downloaden 42
- Bestandsgrootte 305.88 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 18 februari 2020
- Laatst geüpdatet 18 januari 2021
De Goede Week, 5-10 april 2020
Suggesties voor een boetevierimg
In deze Goede Week is het op 9 april 2020 75 jaar geleden dat de Duitse theoloog en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) op uitdrukkelijk bevel van Adolf Hitler, samen met Admiraal Canaris en generaal Oster, in concentratiekamp Flossenburg, door ophanging aan vleeshaken is vermoord. Bonhoeffer komt in april 1943 in de gevangenis van Tegel in Berlijn wegens het over de grens naar Zwitserland smokkelen van bedreigde Joden; pas later ontdekt de Gestapo dat hij ook betrokken is bij het verzet tegen Hitler (aanslag van 20-ste Juli 1944).
Bij deze ‘Suggesties’ laat ik mij inspireren door het leven en de geschriften van Dietrich Bonhoeffer. In Verzet en Overgave schrijft hij: ‘Ons christenzijn zal in deze tijd bestaan uit drie elementen: bidden, onder de mensen gerechtigheid doen en wachten op Gods uur!’ (p. 295) Volgens mij nog steeds actueel!
Openingsgebed
v: Onze hulp is de Naam van de Schepper,
die hemel en aarde gemaakt heeft,
a: die ons geschapen heeft in zijn beeld,
op Hem gelijkend,
als mensen voor elkaar,
schouder aan schouder,
v: die ons kent bij onze naam
en trouw blijft tot in eeuwigheid.
a: Kom in ons midden, God,
in deze Goede Week op weg naar Pasen,
v: en zegen ons met het licht van uw ogen,
op voorspraak van de martelaar Dietrich Bonhoeffer,
door Jezus Christus, onze verrezen Heer.
a: Amen.
Psalmgebed
Psalm 15, gebeden of gezongen (GvL)
Profetenlezing
Ezechiël 33,10-11 met acclamatie: O Heer God, erbarmend… (GvL 399)
De wachter Ezechiël, tijdgenoot van de profeet Jeremia, legt een sterk accent op de persoonlijke verantwoordelijkheid van iedere mens (Ez. 3,16-17; 18,1-32) en op de opdracht tot ommekeer. Deze woorden zijn een belangrijke sleutel bij het bidden van de zogenaamde vloek/wraak-psalmen. Niet de zondaar moet uitgerukt worden, maar de zonde, opdat de bekeerde mens leeft. Niet de zonde wordt gerechtvaardigd (goedkope genade), maar de zondaar (dure genade). Geloven en navolging van Jezus Christus horen bij elkaar! (vgl. het eerste hoofdstuk van Navolging van Dietrich Bonhoeffer).
Iedere mens is door God geroepen om te leven in vrijheid en verantwoordelijkheid. Hij is persoonlijk verantwoordelijk voor zijn eigen leven en verantwoordelijk voor het leven van zijn broeder of zuster (vgl. Ez. 18,3-32). Omkeer is een proces; in het licht van onze barmhartige God, aan de hand van de blijde boodschap van Tora en Profeten en het Nieuwe Testament tot inzicht komen dat je gezondigd hebt (je doel, roeping hebt gemist, mis-daan hebt, op de stoel van God bent gaan zitten: hoogmoed); je afkeren van de zonde en je omkeren naar God toe door recht en gerechtigheid te doen, barmhartig te zijn en vrede te stichten.
Voor de zondaar is er leven wanneer hij omkeert, voor de gerechte wanneer hij gerechtigheid blijft doen. Omkeer is elke dag mogelijk, want onze God is een barmhartige God.
Zelfs wanneer een mens honderd zonden begaat – de ene nog groter dan de andere – en hij zich ervan afkeert en omkeert, zo spreekt de Barmhartige, gezegend zij hij: ik ben met hem in erbarmen en neem zijn omkeer aan. En wanneer een mens zich verheft en God lastert, maar dan omkeert, zo spreekt de Barmhartige, gezegend zij hij: Ik vergeef hem al zijn zonden, zoals het heet: Schep Ik soms behagen in de dood van de zondaar?
(Seder Elijjahu suta ix, bij Ez. 33,10v)
Evangelielezing
Matteüs 18,15-22 met acclamatie: O Heer God, erbarmend... (GvL 399)
Ter inleiding
In zijn gesprek met zijn leerlingen over het koninkrijk van de hemelen wijst Jezus ook op de broederlijke/zusterlijke vermaning, op de wederzijdse verantwoordelijkheid binnen de gemeente. Jezus sluit zijn onderricht over deze verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar af met: Want waar twee of drie mensen in mijn Naam samen zijn, ben ik in hun midden (18,20). Vergelijk: Wanneer er twee samenzitten en er worden tussen hen woorden van de Tora gewisseld, dan bevindt Gods Aanwezigheid zich tussen hen (Aboth 3,2b).
Met deze uitspraak besluit Jezus zijn woorden over de correctio fraterna, waarmee hij duidelijk maakt dat het hierbij gaat om het terugwinnen van de broeder of zuster voor de gemeente. Vanwege zusterlijke verbondenheid met elkaar en verantwoordelijkheid voor elkaar, geeft Jezus aan zijn leerlingen de volmacht om elkaar te vergeven (18,18-20).
Dit roept bij Petrus de vraag op hoe vaak hij zijn broeder of zuster moet vergeven. Zevenmaal (een volheid!) lijkt Petrus voldoende te vinden, maar Jezus wijst erop dat de maatstaven van het koninkrijk der hemelen anders zijn: zeventig maal zeven keer! Anders gezegd: Er is geen grens aan het aantal, er hoeft niet geteld te worden. Zolang er geteld wordt is er niet echt vergeven. Pas wanneer je de tel kwijt bent, niet meer telt, ben je vergevingsgezind zoals de hemelse Vader vergevingsgezind is (18,21-22.35). Jezus’ woord over het zeventig maar zeven maal vergeven van de broeder of zuster die gezondigd heeft, onderstreept Gods oneindige barmhartigheid, waartoe ook de volgelingen van Jezus geroepen zijn. Omkeer en een nieuw begin en dus (her)opname in de gemeenschap, blijven steeds mogelijk. Het elkaar vermanen dient te geschieden volgens de maatstaven van Gods barmhartige gerechtigheid en dient het herstel van de gemeenschap te beogen, een zusterlijke broederschap waarin de een de ander hoger acht dan zichzelf.
Geloofsbelijdenis
v: Ik geloof dat God alles, ook het slechtste, ten goede kan laten keren.
Hiervoor heeft Hij mensen nodig die met alles hun voordeel doen.
a: Ik geloof dat God ons in iedere moeilijke situatie
zoveel weerstandsvermogen geeft als we nodig hebben.
Maar Hij geeft het niet vooraf,
opdat wij niet op onszelf maar op Hem vertrouwen.
v: Dit geloof zou alle angst voor de toekomst moeten overwinnen.
a: Ik geloof dat ook onze fouten en vergissingen zin hebben
en dat het voor God niet moeilijker is deze te gebruiken dan
de daden waarvan wij denken dat ze goed zijn.
v: Ik geloof dat God geen noodlot is buiten de tijd maar dat Hij wacht
op eerlijk bidden en verantwoord handelen en hierop antwoord geeft.
a: Amen.
(Dietrich Bonhoeffer, Verzet en overgave, 23-24)
Evocatief woord
Voor Dietrich Bonhoeffer horen Gods menswording (incarnatie), leven, lijden, sterven en opstanding van Jezus Christus bij elkaar. Hij legt niet eenzijdig het accent op alleen het lijden en sterven van Jezus Christus.
Voor een gewetensonderzoek is het van belang om recht te doen aan jezelf, aan je lichte en donkere kanten. Bonhoeffer schrijft aan zijn vriend Eberhard Bethge:
Ik geloof, dat wij in dit leven en in al het goede dat wij hier ontvangen, God zo moeten beminnen en zo op Hem moeten vertrouwen, dat wij, als de tijd gekomen is – en niet eerder! – met liefde, vertrouwen en vreugde naar Hem toe gaan. We moeten God vinden en liefhebben in wat Hij ons geeft; als God ons wil laten genieten van een over-weldigend aards geluk, dan moeten we niet vromer willen zijn dan God en dat geluk niet wormstekig laten worden door negatieve gedachten. Wij dienen met God gelijke tred te houden, niet vooruit te lopen en natuurlijk ook niet achter te blijven. Het gaat niet om zonden uit zwakheid, het gaat om de sterke zonden die wij dienen te bekennen voor onze barmhartige God (hoogmoed, overmoed, gebrek aan verantwoordelijkheid en respect voor het geheim dat ieder mens is).
(Verzet en overgave, 174-175)
Zelfonderzoek
In het licht van de Schriftlezingen en de Geloofsbelijdenis onderzoekt ieder zichzelf hoe hij/zij er nu voor Gods barmhartig Aangezicht voor staat: eerlijk en zachtmoedig. Aandacht bestedend aan de goede en de slechte kanten. Vanuit dankbaarheid voor het goede niets afdoende aan de donkere kanten en missers.
Meditatieve stilte
Schuldbelijdenis
v: Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt vergeven,
van wie de zonden worden bedekt.
a: Gelukkig als de Barmhartige zijn schuld niet telt,
als in zijn geest geen spoor van bedrog is.
v: Zolang ik zweeg, teerden mijn botten weg,
kreunend leed ik, de hele dag.
Zwaar drukte uw hand op mij, dag en nacht,
mijn kracht smolt weg als in de zomerhitte.
a: Toen beleed ik u mijn zonde,
ik dekte mijn schuld niet toe,
ik zei: ik beken de Barmhartige mijn ontrouw –
en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld.
v: Laten uw getrouwen dus tot u bidden
als zij in zichzelf een zonde vinden.
Stormt dan een vloed van water aan,
die zal hen niet bereiken.
a: Bij u ben ik veilig, u behoedt mij in de nood
en omringt mij met gejuich van bevrijding.
v: Een slecht mens heeft veel leed te verduren,
maar wie op de Barmhartige vertrouwt wordt met liefde omringd.
a: Verheug u in de Barmhartige, rechtvaardigen, en juich,
zing het uit, allen die oprecht zijn van hart.
(Ps. 32, 1-7.10v)
Vergeving
Barmhartige God,
U wilt niet de dood van de zondaar,
maar zijn omkeer, opdat hij leeft.
Hoor ons roepen om vergeving,
scheld ons onze schulden kwijt
en richt ons op ten leven.
Blijf ons in deze Goede Week nabij,
laat ons opnieuw de weg gaan van uw Tora,
door te bidden, gerechtigheid te doen, barmhartig te zijn,
vrede te stichten en liefde te zijn.
Jezus Messias, zoon van Israël, achterna.
Amen.
Ten teken van ommekeer staan wij op, gaan naar de doopvont en maken een kruisteken met doop/wijwater. De voorgang(st)er bevestigt onze ommekeer door ons de handen op te leggen, terwijl hij/zij bidt:
v: Moge de Barmhartige God zich over je ontfermen,
je zonden vergeven en je geleiden tot het eeuwig leven.
a: Amen!
Slotlied
Psalm 103ii (GvL)
Zegen
Moge de God van Abraham en van Sara,
de God van Mozes en van Mirjam,
de Vader van Jezus Christus
en ook onze Vader,
ons nabij zijn in goede en in kwade dagen.
Moge hij ons zijn barmhartige Aangezicht tonen
en ons en heel de wereld
volop vreugde en vrede geven.
God die is,
Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen!
Literatuur
Dietrich Bonhoeffer, Verzet en overgave, Utrecht 2017 4e
Dietrich Bonhoeffer, Bonhoeffer 75, 1906-1945. Gedichten en gebeden in gevangenschap. Werkschrift 2019-2020, De Roos van Culemborg 2019
H.M.J. Janssen ofm, ‘Leven in verantwoordelijkheid’, in: Franciscaans Leven 85 (2002) 121-126
Moge het gedenken van Paul Janssen (1957-2019) ons tot zegen zijn
Henk M.J. Janssen ofm