- Versie
- Downloaden 0
- Bestandsgrootte 132.73 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 28 november 2024
- Laatst geüpdatet 28 november 2024
2e zondag dhj, C jaar, 19-1-2025
19 januari 2025
Tweede zondag door het jaar
Lezingen: Jes. 62,1-5; Ps. 96; 1 Kor. 12,4-11; Joh. 2,1-12
Inleiding
Jesaja 62,1-5
Dit schriftgedeelte stamt uit het derde deel van het boek Jesaja. Aan het woord is een profeet, die in poëtische vorm het volk bemoedigt na hun terugkeer uit de ballingschap (zo rond of vlak voor het jaar 500 vChr.). De stad Jeruzalem en het land er omheen liggen in puin, sommige Joden zijn al teruggekeerd, maar andere zijn nog over de hele toenmalig bekende wereld verstrooid.
In deze uitzichtloze situatie verkondigt deze derde Jesaja, dat God zal omzien naar zijn volk. Hij doet dit in liederen en jubelt het uit. Kenmerk voor Hebreeuwse poëzie is, dat vaak hetzelfde beeld twee keer wordt geschetst, dat is: met andere woorden wordt herhaald (parallelismus membrorum).
Jeruzalem wordt aangesproken als ‘vrouw’ (vrouwe Sion), als Gods bruid, die na de tijd van verwijdering door haar eigen schuld, nu weer opnieuw zijn geliefde wordt genoemd.
In vers 3, de ‘schitterende kroon’ parallel met de ‘koninklijke tulband’: dit is een heel rijk beeld, maar daarbij moet bedacht worden dat die rijkdom niet zit in goud of edelstenen, conform Psalm 103,4b is de werkelijke rijkdom van de kroon Liefde en Trouw. Een houding van God jegens zijn volk, maar omgekeerd ook een houding die van de bruid verwacht wordt.
Vers 4: de oude namen (weer in parallelisme) ‘Troosteloos oord’ en ‘Verlatene’, zoals steden er na oorlogsgeweld uitzien, worden nu vervangen door hartstochtelijke liefdesnamen ‘Mijn verlangen’ en ‘Mijn bruid’.
Vers 5: Als in beeldspraak gezegd wordt, weer in parallelisme, dat ‘jouw zonen zullen jou ten huwelijk nemen’ duidt dat op de terugkeer van de Joodse verstrooiden naar de stad. Dat wordt gezien als een vreugdevolle hernieuwde verbintenis. Het beeld van de bruiloft is overheersend.
Psalm 96
Een loflied waarin de hele aarde betrokken wordt om de heer (hier staat de Hebreeuwse godsnaam JHWH) te loven. In deze psalm overheerst dus het besef, dat de heer niet alleen God is van Israël maar van de hele aarde. Er wordt vol vreugde uitgezien naar het verschijnen van de heer, omdat Hij recht zal doen en recht zal zetten. Zo heeft de wereld een stevig fundament.
1 Korintiërs 12,4-11
De gemeente van Korinte bestaat grotendeels uit niet-Joodse christenen. In zijn brief gaat Paulus in op vragen en geschillen, die in de gemeente leven. In hoofdstuk 12 gaat het over allerlei geestesgaven, die blijkbaar voorkomen in de gemeente en over hoe je de kwaliteit daarvan moet beoordelen. Paulus komt met een helder criterium: Ieder die belijdt ‘Jezus is de Heer’ spreekt vanuit de Heilige Geest. Die Geest heeft verschillende uitingsvormen. De gemeenteleden worden opgeroepen om hun gaven samen te gebruiken tot opbouw van ‘het lichaam van Christus’.
Zie: H.M.J. Janssen ofm, ‘1 Korintiërs. De apostel Paulus, een bewogen apostel’ in: Henk Janssen & Klaas Touwen (red.), Paulus zelf, Vught 2014, 20162, 41-56
Johannes 2,1-12
Het evangelie van Johannes heeft een eigen karakter. Het is niet zozeer een ‘levensbeschrijving’ waarin gaandeweg duidelijk wordt dat Jezus als verkondiger van het Koninkrijk der hemelen zelf de Messias is, zoals bij de eerste drie evangeliën. In het evangelie van Johannes staat vanaf de eerste regel het statement dat Jezus Gods Woord in vlees en bloed is, hij is het Licht der wereld, in hem is de onkenbare God ons nabijgekomen.
Vanuit dit statement worden de verhalen verteld. En het eerste teken – het is dus niet een wonderbaarlijk mirakel, maar een verheldering ‘hier gaat het om, als het gaat om leven met God’ – is de beste wijn op de bruiloft van Kana. Wie leeft met God, zoals Die ons ontmoet in Jezus, leeft van de beste wijn, leeft ten volle.
Vers 1: de derde dag is de traditionele trouwdag in het jodendom, omdat volgens het scheppingsverhaal op die dag God twee keer zag dat het goed was.
Vers 3: het interveniëren van Maria: Jezus spreekt vanuit een, door ons als bijna onfatsoenlijk ervaren hoogheid, tegen zijn moeder. Dat heeft alles te maken met bovengenoemd statement. Maar Maria laat zich niet uit het veld slaan. Als ‘moeder van de gelovigen’ blijft zij verachtingsvol paraat staan en schakelt de omgeving vast in.
Vers 10: De beste wijn, dat is het kernstuk van dit verhaal. Wijn staat in de Bijbel voor leven in volheid. In Gods Koninkrijk zal ieder zitten onder zijn wijnstok en vijgenboom. Onze eigengemaakte wijn schiet vergeleken bij deze wijn hopeloos te kort, maar bij God, zoals ontmoet in Jezus, is leven in volheid.
Preekvoorbeeld
‘Mijn bruid, mijn lieveling’
Jezus heeft blijkbaar wat met feesten en partijen. Zijn tegenstanders maken hem uit voor veelvraat en wijndrinker. Zijn eerste optreden is een wijnwonder op een bruiloft. Een geliefd thema voor een huwelijkspreek. Nu zullen de meesten onder ons niet meer een huwelijk in het verschiet hebben. Kijken jonge mensen vol verwachting uit naar wat het leven gaat brengen, velen onder ons kijken om naar ‘wat het leven ons gebracht heeft’ en maken de balans op. Wat hebben de schriftlezingen van vandaag ons dan te zeggen?
Jezus geeft wijn, vrucht van de wijnstok. Of het al redelijk aangeschoten publiek de kwaliteit van de wijn wist te waarderen is de vraag, maar de ceremoniemeester heeft er neus voor en verklaart ‘dit is de beste wijn, hier wordt de betere kwaliteit levensvreugde gegeven’.
Jezus staat hier dus voor Leven, Leven in volheid, in vrede zitten onder je wijnstok en vijgenboom. Dat was bij de profeten hét visioen van Gods Vrederijk, als oorlog, lijden , ongerechtigheid uitgebannen zijn. Dán zal ieder zitten onder zijn eigen wijnstok en vijgenboom.
Wijn, teken van vreugde en léven: dit eerste teken van Jezus toont ons dat God mensen vreugde en vrede wenst en dat Jezus degene is die dit leven onder ons uitdeelt. Kies dan het leven!
Ach, het bruidspaar was op die avond bezig met andere dingen. De bruiloftsgasten rolden op hun buik naar huis. Jezus’ tegenstanders vonden het maar een losbollige vertoning. En wij?|
Ach wij? Wat hebben wij nog te verwachten? Voor de meesten van ons is de bruiloftstijd voorbij. Onze buik begint te hangen, onze ogen hebben een bril nodig en wie heeft nog oog voor ons in het moderne leven?
Ja, dat drukke leven van nu. Al die concurrentie en kracht, die sterke mensen, die onstuitbare impuls die ieder die langzamer is eruit drukt, die neoliberale concurrentie vol uitsluiting, is dat Leven?
Onze wereld van managers, ministers, vlotte jongens en meisjes, denkt dat wel, maar de manager van de bruiloft ontdekt iets anders: Er is betere wijn, beter leven en blijkbaar wordt die door Jezus geschonken.
Wat is dan dat leven, die wijn, die Jezus geeft? Prachtig vind ik het lied dat de profeet Jesaja zingt voor vrouwe Sion. Jeruzalem wordt in de Bijbel vaak als vrouw voorgesteld en niet zelden wordt ze door de profeten als ontrouwe vrouw uitgefoeterd. Ze loopt een schijnleven achterna, ze verlaat de liefde van haar leven God de Heer. En nu zit ze uitgeblust en afgetakeld op haar puinhopen. Wie ziet er om naar deze uitgeleefde sloof?
En dan zingt in Gods naam Jesaja een nieuw bruiloftslied:
O Sion, Ik hou van jou
Mijn bruid, mijn lieveling
Opnieuw kus ik je tot mijn vrouw
Weg met je troosteloosheid en eenzaamheid
Ik dans je tegemoet
Ik zet een huwelijkskroon op je hoofd
Jou kies ik uit en ik wil geen ander
Dans met mij
Dans het leven tegemoet
Heel vaak wordt in de Bijbel Jezus vergeleken met de bruidegom omdat hij ons Gods liefde biedt, omdat hij u en mij ten dans vraagt.
Het gaat niet om de kracht en de pracht van sterke en jonge mensen. Jesaja en Jezus zingen van Gods liefde voor hem of haar, die uitgerangeerd dreigt te worden, die zich afgedaan voelt.
Niet zelden door de domme pech van het leven – je zult maar geboren zijn in oorlogsgebied, in de droogte van een vluchtelingenkamp, in de jungle van de moderne metropool …
Niet zelden ook door domme keuzes in je eigen leven, en wie was niet soms ‘dom’?
Niet zelden door de kortzichtige visie van onze maatschappij op wat leven is…
Wij hadden onze eigen wijn, wij wisten wel hoe je slim en rendabel een maatschappij op moest bouwen. O, met veel zegeningen voor onze wereld in het westen. Misken niet onze voedselzekerheid, onze gezondheidszorg, onze mobiliteit, enz. enz. Maar ook voor een prijs, die leven in de rest van de wereld en ook in ons eigen land bedreigt: roofbouw, vervuiling, armoede. Onze eigen wijn, die ook onszelf bedwelmd heeft, met als prijs innerlijke leegte, zin- en doelloosheid, ongebreidelde hebzucht en we zien onze kleinkinderen versuffen achter hun mobieltje.
Is dat niet de afdronk van de wijn van onze wereld? En aan het eind denkt de bruid: Is dit nou mijn leven? Wat ben ik nog waard? Zie mij zitten op de puinhopen, een sloof, oud en uitgezakt? Wie ziet er ten diepste naar mij, naar ons en onze wereld om?
En dan klinkt opeens dit huwelijkslied, zoals toen voor de mensen van Jeruzalem. Zoals toen Jesaja zong, zo zingt bruidegom Jezus ons mensen uit alle volken toe:
Kom mijn lieveling, Kom mijn bruid. Sta op, dans met mij, ik geef je leven! Voel de kroon van Liefde en Recht, van Barmhartigheid en Vrede op je hoofd, leef daaruit en dans met mij! In Godsnaam zal er recht geschieden en recht gedaan worden, zing en dans het betere leven, drink de betere wijn!
Ja Jezus hield van bruiloften en partijen, feestelijke vreugde voor alle mensen, oud en jong. Liefde sterker dan uiterlijk, liefde sterker dan de dood. Dat is zijn eerste, zijn principiële teken, dat is wat bruidegom Jezus ons geven wil. Wie die wijn drinkt, heft het hoofd op, weet zich ‘lieveling van God’ en dat is een kracht voor alle mensen.
inleiding ds. Rinske Nijendijk-Cnossen
preekvoorbeeld ds. Rinske Nijendijk-Cnossen